ECLI:NL:HR:2025:1739
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie van Stichting [X] tegen het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Lisse inzake onroerendezaakbelastingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 november 2025 uitspraak gedaan in de cassatieprocedure van Stichting [X] tegen het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Lisse. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 31 januari 2024, waarin het hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Den Haag werd behandeld. De zaak betreft een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2021.
Belanghebbende, vertegenwoordigd door G. Gieben, heeft de klachten over de uitspraak van het Hof ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lisse, vertegenwoordigd door [P1] en [P2], heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist dat er antwoorden worden gegeven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft.