ECLI:NL:HR:2025:1750

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 november 2025
Publicatiedatum
21 november 2025
Zaaknummer
24/00645
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag op auto van klaagster in verband met partner zonder rijbewijs

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 november 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 29 januari 2024. De zaak betreft een klaagschrift van de klaagster, die in verband met haar partner, die verdacht werd van rijden zonder geldig rijbewijs, een beslag op haar auto aanvecht. De rechtbank had geoordeeld dat het niet hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter in de strafzaak tegen de partner van de klaagster zou bevelen dat de auto verbeurd zou worden verklaard. De Hoge Raad heeft de klachten van de klaagster over deze uitspraak beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad heeft daarbij geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep van de klaagster verworpen, waarmee de beslissing van de rechtbank in stand blijft.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/00645 B
Datum25 november 2025
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 29 januari 2024, nummer RK 23/027880, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klaagster] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
hierna: de klaagster.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft de advocaat J.M. Buchel bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren C. Caminada en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
25 november 2025.