ECLI:NL:HR:2025:1935

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 december 2025
Publicatiedatum
15 december 2025
Zaaknummer
24/01690
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over medeplegen van diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 december 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 april 2024. De verdachte, geboren in 1976, was in eerste aanleg vrijgesproken van diefstal met geweld, maar werd wel schuldig bevonden aan medeplegen van diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De advocaat-generaal D.J.C. Aben concludeerde tot verwerping van het beroep in cassatie, waarbij de Hoge Raad oordeelde dat de motivering van het hof niet onbegrijpelijk was en toereikend gemotiveerd. De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen, die zich richtten op de motivering van het bewezenverklaarde, verworpen. De beslissing van het hof werd bevestigd, en het beroep in cassatie werd verworpen. De zaak heeft samenhang met andere zaken, genummerd 24/01650 en 24/01752.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/01690
Datum16 december 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 april 2024, nummer 21-003403-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben de advocaten N. van Schaik en H. Brentjes bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

2.1
De cassatiemiddelen klagen over (de motivering van) het bewezenverklaarde.
2.2
De cassatiemiddelen leiden niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 december 2025.