Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
16 december 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 december 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 april 2024. De verdachte, geboren in 1976, was in eerste aanleg vrijgesproken van diefstal met geweld, maar werd wel schuldig bevonden aan medeplegen van diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De advocaat-generaal D.J.C. Aben concludeerde tot verwerping van het beroep in cassatie, waarbij de Hoge Raad oordeelde dat de motivering van het hof niet onbegrijpelijk was en toereikend gemotiveerd. De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen, die zich richtten op de motivering van het bewezenverklaarde, verworpen. De beslissing van het hof werd bevestigd, en het beroep in cassatie werd verworpen. De zaak heeft samenhang met andere zaken, genummerd 24/01650 en 24/01752.