ECLI:NL:HR:2025:1936

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 december 2025
Publicatiedatum
15 december 2025
Zaaknummer
24/01752
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over verbeurdverklaring van in beslag genomen telefoons in strafzaak met meerdere geweldsdelicten

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 december 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was beschuldigd van meerdere geweldsdelicten, waaronder poging tot afpersing, diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De Hoge Raad beoordeelde de verbeurdverklaring van twee in beslag genomen iPhones, die door het hof waren verklaard, maar oordeelde dat het hof niet toereikend had gemotiveerd dat deze telefoons waren gebruikt bij de bewezenverklaarde feiten. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof enkel wat betreft de verbeurdverklaring van de telefoons en wees de zaak terug naar het hof voor herbehandeling. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige motivering bij verbeurdverklaring van goederen, waarbij moet worden aangetoond dat deze daadwerkelijk zijn gebruikt bij het gepleegde feit. De zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot de toepassing van artikel 33a van het Wetboek van Strafrecht, dat de voorwaarden voor verbeurdverklaring van voorwerpen regelt.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/01752
Datum16 december 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 april 2024, nummer 21-003405-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben de advocaten N. van Schaik en H. Brentjes bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de verbeurdverklaring van de in beslag genomen telefoons, tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden om aldaar in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het eerste tot en met het vierde cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beoordeling van het vijfde cassatiemiddel

3.1
Het cassatiemiddel klaagt over de verbeurdverklaring van twee iPhones.
3.2.1
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
“1.primair
hij op 12 januari 2020, te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van geld en/of enig goed, met dat opzet die [slachtoffer 1] :
-thuis hebben opgezocht en diens woning zijn binnen gedrongen en
-een vuurwapen op het hoofd heeft/hebben gezet en gevraagd of hij de kogel wilde of mee ging naar het bos, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en
-(meermalen) met een (vuur)wapen en/of een boksbeugel en/of met een of meer voorwerpen op/tegen het hoofd en/althans het lichaam hebben geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.primair
hij in de periode van 1 april 2020 tot en met 20 april 2020, te [plaats] ,
tezamen en in vereniging met anderen,
een geldbedrag en ID-kaart en pasjes en kleding, die toebehoorden aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
door die [slachtoffer 2]
-naar een bepaalde plek te lokken en/of
-mee te nemen naar een woning in [plaats] (woning van [verdachte] ) en/of
-(meermalen) (met kracht) met een of meer voorwerpen, op/tegen het gezicht en/of hoofd en/of lichaam te slaan en/of
-(meermalen) (met kracht) op/tegen het hoofd en/althans het lichaam te stompen en/of te slaan en/of
-(meermalen) met een mes, in zijn been en/of lichaam te snijden en/of
-een sigaret op het hoofd te drukken en/of
-die [slachtoffer 2] meermalen, tegen het lichaam te schoppen;
3.primair
hij in de periode van 1 januari 2020 tot en met 19 april 2020, in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door bedreiging met geweld een persoon, genaamd [aangever] , te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag of een auto, met dat opzet
-die [aangever] heeft laten weten dat hij de auto (Ford Focus) terug moest geven en/of een geldbedrag moest betalen en/of
-contact heeft gelegd met die [aangever] en hem thuis heeft opgezocht en zich dreigend bij de woning van die [aangever] heeft opgehouden en/of
-tegen die [aangever] heeft gezegd (geappt): “je ouwehoert met de verkeerde, ik zweer het je. Ik waarschuw niet nog een keer. Is dat duidelijk?” en/of
-tegen die [aangever] heeft gezegd (geappt): “ik hou afstand van je, maar regel dat met die auto eigenaar. Je hebt afspraak met hem. Hoorde ik vanmiddag, maar als ik mijn naam nog één keer hoor vallen, dan haal ikje op” en/of
-tegen die [aangever] heeft gezegd (geappt): “je mag [medeverdachte 1] dankbaar zijn dat hij me tegenhoudt” en/of
-tegen die [aangever] heeft gezegd (via de telefoon): “ik kom er nu aan broer en dat het geduld van verdachte op is en verdachte er klaar mee is en dat [aangever] zich voor de derde keer niet aan de afspraak houdt om geld te betalen en/of “Als ik je morgen zie, ga je in de kofferbak. Punt. Je zorgt maar dat je geld krijgt. Als ik je zie, pak ik je” en/of
-tegen de vriendin van die [aangever] gezegd (via de telefoon) dat [verdachte] het niet meer pikt en dat hij ( [aangever] ) tot morgenochtend 11 uur de tijd heeft om het bij [verdachte] door de brievenbus te gooien,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.subsidiair
hij in de periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020, in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen,
-een geldbedrag en
-een telefoon en
-een sleutel en
-kleding en/of persoonlijke spullen,
die toebehoorden, aan [slachtoffer 3] ,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
door die [slachtoffer 3]
-naar een bepaalde plek te lokken
-(onder dwang) mee te nemen in een auto en naar een bos of een afgelegen plek en
- (met kracht) met een of meer (slag)wapen(s) en/of voorwerp(en) en/of gebalde vuist(en) op/tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of het (boven)lichaam te slaan en/of te stompen en
- (met kracht) op/tegen het hoofd en/of gezicht en/of (boven)lichaam te trappen en/of te schoppen en/of
-een (vuur)wapen op/tegen het hoofd te zetten en/of te tonen en/of daarmee te dreigen en/of
-met zijn hoofd/lichaam onder water te drukken en/of gedrukt te houden en/of
-te (be)dreigen zijn vingers eraf te knippen en/of dat hij die dag dood zal gaan;
en
hij in de periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020, in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 3] te dwingen tot afgifte van geld toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 3] ,
onder meer die [slachtoffer 3]
- naar een bepaalde plek heeft gelokt en
- (onder dwang) mee heeft genomen in een auto en naar een bos en/of een afgelegen plek en
- (met kracht) met een of meer (slag)wapen(s) en/of voorwerp(en) en/of gebalde vuist(en) op/tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of het (boven)lichaam heeft geslagen en/of gestompt en
- (met kracht) op/tegen het hoofd en/of gezicht en/of (boven)lichaam heeft getrapt en/of geschopt en
- een (vuur)wapen op/tegen het hoofd heeft gezet en/of getoond en/of daarmee gedreigd en
- met zijn hoofd/lichaam onder water heeft gedrukt en/of gedrukt gehouden en/of
- heeft (be/ge)dreigd zijn vingers eraf te knippen en/of dat hij die dag dood zal gaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij in de periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020, in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer 3] , wederrechtelijk van de vrijheid hebben beroofd en beroofd gehouden,
immers hebben verdachte en zijn mededaders
-die [slachtoffer 3] naar een bepaalde plek gelokt en/of
-die [slachtoffer 3] (onder dwang) mee genomen in een auto en naar een bos en/of een afgelegen plek en/of
- die [slachtoffer 3] in een auto vastgehouden met een riem en/of
- die [slachtoffer 3] gedurende enige tijd vastgehouden in een auto en/of op een (voor hem) onbekende plek en daarbij geweld tegen die [slachtoffer 3] gebruikt en/of hem bedreigd en/of
-met gebruikmaking van hun getalsmatig overwicht voor die [slachtoffer 3] een dusdanige situatie gecreëerd dat hij belet werd zijn eigen bewegingsvrijheid te bepalen en zich te onttrekken aan de gewelddadige en intimiderende en bedreigende invloedssfeer van verdachte en zijn mededaders en aldus die [slachtoffer 3] belet en belemmerd te gaan waarheen hij zich wilde begeven en/of voor die [slachtoffer 3] (voortdurend) een bedreigende situatie doen ontstaan waaraan hij zich niet kon onttrekken.”
3.2.2
De bewezenverklaring steunt op de bewijsmiddelen die zijn opgenomen in de bijlage bij het arrest van het hof. Verder heeft het hof in zijn arrest een bewijsoverweging opgenomen.
3.2.3
Het hof heeft over de verbeurdverklaring van de twee iPhones overwogen en beslist:
“De inbeslaggenomen goederen
Het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 subsidiair, 5 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan en voorbereid met behulp van de hierna te noemen in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen. Zij behoren de verdachte toe.
De telefoons van de merken iPhone (...) zullen daarom verbeurd worden verklaard. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte. (...)
BESLISSING
Het hof:
(...)
Verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een zwarte iPhone, goednummer PL0600-2019537673-2256588;
(...)
- een zilveren iPhone, goednummer PL0600-2019537673-2256600.”
3.3.1
Artikel 33a lid 1, aanhef en onder c, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) luidt:
“Vatbaar voor verbeurdverklaring zijn:
(...)
c. voorwerpen met behulp van welke het feit is begaan of voorbereid.”
3.3.2
Onder ‘het feit’ in artikel 33a lid 1, aanhef en onder c, Sr moet het bewezenverklaarde feit worden verstaan. Voor verbeurdverklaring is vereist dat één van de in artikel 33a lid 1 Sr genoemde gronden zich voordoet ten aanzien van het bewezenverklaarde feit. (Vgl. HR 7 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:9.)
3.4
In aanmerking genomen wat is bewezenverklaard en mede gelet op wat het hof in de bewijsvoering daarover heeft vastgesteld, is het oordeel van het hof dat het bewezenverklaarde met behulp van de twee inbeslaggenomen iPhones is begaan of voorbereid, niet toereikend gemotiveerd. Het hof heeft immers geen vaststellingen gedaan waaruit kan volgen dat deze iPhones zijn gebruikt bij (het voorbereiden van) de bewezenverklaarde feiten.
3.5
Het cassatiemiddel slaagt.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de verbeurdverklaring van de zwarte iPhone (goednummer PL0600-2019537673-2256588) en de zilveren iPhone (goednummer PL0600-2019537673-2256600);
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak wat betreft die inbeslaggenomen voorwerpen opnieuw wordt berecht en afgedaan;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 december 2025.