ECLI:NL:HR:2025:1937

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 december 2025
Publicatiedatum
15 december 2025
Zaaknummer
24/02296
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging beschikking inzake beslag op personenauto in strafrechtelijk onderzoek

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 december 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een beklag over de inbeslagname van een personenauto, die onder de klager viel in het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen zijn broer, die verdacht werd van brandstichting. De rechtbank had geoordeeld dat de auto aan de klager was gaan toebehoren met het kennelijke doel om de uitwinning van dat voorwerp te bemoeilijken of te verhinderen. De klager, geboren in 2000, heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door de advocaten M.M. Kuyp en J.L. Baar. De advocaat-generaal M.E. van Wees heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beschikking en terugwijzing naar de rechtbank voor een herbeoordeling van het beklag.

De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel gegrond verklaard. De redenen voor deze beslissing zijn uiteengezet in de conclusie van de advocaat-generaal. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van de rechtbank niet zonder meer begrijpelijk was, gezien de omstandigheden waaronder de overschrijving van de auto had plaatsgevonden. De rechtbank had vastgesteld dat de overschrijving van de auto vlak na de informatie aan de broer van de klager had plaatsgevonden, wat ruimte liet voor de mogelijkheid dat de auto aan de klager zou worden overgedragen om te voorkomen dat deze in beslag zou worden genomen. De Hoge Raad heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de zaak terugverwezen voor een nieuwe behandeling.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/02296 B
Datum16 december 2025
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 28 mei 2024, nummer RK 24/010076, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2000,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze hebben de advocaten M.M. Kuyp en J.L. Baar bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal M.E. van Wees heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en terugwijzing naar de rechtbank Noord-Holland, teneinde op het bestaande beklag opnieuw te worden beoordeeld en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van de rechtbank dat de inbeslaggenomen personenauto aan de klager is gaan toebehoren met het kennelijke doel de uitwinning daarvan te bemoeilijken of te verhinderen.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 2.2 tot en met 2.13.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikking van de rechtbank;
- wijst de zaak terug naar de rechtbank Noord-Holland, opdat de zaak opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 december 2025.