ECLI:NL:HR:2025:1946

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 december 2025
Publicatiedatum
17 december 2025
Zaaknummer
23/04583
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over vrijspraak en buiten het grondgebied brengen van cocaïne

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 december 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 20 november 2023. Het openbaar ministerie heeft cassatie ingesteld tegen de gedeeltelijke vrijspraak van de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van de uitvoer van 10 pakketten cocaïne en de poging tot uitvoer van 20 pakketten cocaïne, zoals ten laste gelegd onder artikel 2.A van de Opiumwet. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof, specifiek met betrekking tot de beslissingen over het buiten het grondgebied van Nederland brengen van de cocaïne en de strafoplegging. De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen van het openbaar ministerie gegrond verklaard, omdat het hof ten onrechte oordeelde dat er geen sprake kon zijn van het buiten het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne wanneer deze in Nederland aan een politiële pseudokoper werd geleverd. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd, maar alleen voor de beslissingen over het onder 2 tenlastegelegde en het onder 3 tenlastegelegde, en heeft de zaak terugverwezen naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor herbehandeling. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/04583
Datum19 december 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 20 november 2023, nummer 20-000868-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door het openbaar ministerie. Het heeft bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De raadslieden van de verdachte, R.J. Baumgardt en M.J. van Berlo, hebben het beroep van het openbaar ministerie tegengesproken.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over het onder 2 tenlastegelegde buiten het grondgebied van Nederland brengen van de in de tenlastelegging genoemde pakketten cocaïne, de beslissingen over het onder 3 primair tenlastegelegde en de strafoplegging, tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof ’sHertogenbosch, opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

2.1
Het eerste cassatiemiddel komt op tegen de gedeeltelijke vrijspraak van het aan de verdachte onder 2 tenlastegelegde. Het tweede cassatiemiddel komt op tegen de vrijspraak van het onder 3 primair tenlastegelegde. De cassatiemiddelen klagen in het bijzonder over het oordeel van het hof dat van ‘buiten het grondgebied van Nederland brengen’ in de zin van artikel 1 lid 5 van de Opiumwet van cocaïne geen sprake kan zijn als de cocaïne in Nederland wordt geleverd aan een politiële pseudokoper.
2.2
De cassatiemiddelen slagen. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 23/04584, ECLI:NL:HR:2025:1943.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over het onder 2 tenlastegelegde ‘buiten het grondgebied van Nederland brengen’ van de in de tenlastelegging genoemde pakketten cocaïne, het onder 3 tenlastegelegde en de strafoplegging;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
19 december 2025.