ECLI:NL:HR:2025:1973
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie van Bartels Consultancy B.V. wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft Bartels Consultancy B.V. (hierna: Bartels) beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 23 juli 2025. De Hoge Raad heeft op 19 december 2025 geoordeeld over de ontvankelijkheid van dit beroep. De griffier van de Hoge Raad heeft Bartels op 12 september 2025 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor de betaling daarvan. Deze brief is door Bartels afgehaald, maar het griffierecht is niet voldaan. Op 13 oktober 2025 heeft de griffier Bartels opnieuw in de gelegenheid gesteld om te reageren op het niet betalen van het griffierecht, maar Bartels heeft van deze gelegenheid geen gebruikgemaakt. Hierdoor heeft de Hoge Raad op grond van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om Bartels te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 19 december 2025.