Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
11 maart 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een vreemdeling van Poolse nationaliteit die in Nederland verblijft, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat hij tot ongewenst vreemdeling is verklaard. De verdachte is op 9 november 2021 aangehouden, waarbij in zijn auto twee verboden wapens en een hoeveelheid verdovende middelen zijn aangetroffen. De Hoge Raad beoordeelt of het oordeel van het gerechtshof dat het gedrag van de verdachte een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang van de samenleving vormde, begrijpelijk is. Het hof had vastgesteld dat de ongewenstverklaring van de verdachte was gebaseerd op eerdere onherroepelijke veroordelingen voor ernstige misdrijven. De Hoge Raad oordeelt dat het hof onvoldoende precieze vaststellingen heeft gedaan over de gedragingen van de verdachte op de datum van de tenlastelegging en hoe deze zich verhouden tot eerdere gedragingen die aanleiding gaven voor de ongewenstverklaring. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over het onder 1 tenlastegelegde en de strafoplegging, en wijst de zaak terug naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.