Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
4 april 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft het Land Curaçao, eiser tot cassatie, een vordering ingesteld tegen de Stichting Kadaster en Openbare Registers Curaçao, verweerder in cassatie. De vordering betreft de afdracht van reserves van de overheidsstichting. Het gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft op 8 november 2021 in deze zaak een vonnis gewezen, dat later door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is bevestigd in vonnissen van 4 juli 2023 en 23 januari 2024. Het Hof heeft de vordering van het Land afgewezen, waarop het Land in cassatie is gegaan.
De Hoge Raad heeft de klachten van het Land over de vonnissen van het Hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de vonnissen. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van het Land verworpen en het Land veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 16.410,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien het Land deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak voldoet. Dit arrest is uitgesproken op 4 april 2025.