ECLI:NL:HR:2025:517

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 april 2025
Publicatiedatum
3 april 2025
Zaaknummer
24/01602
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over afdracht reserves van overheidsstichting door het Land Curaçao

In deze zaak heeft het Land Curaçao, eiser tot cassatie, een vordering ingesteld tegen de Stichting Kadaster en Openbare Registers Curaçao, verweerder in cassatie. De vordering betreft de afdracht van reserves van de overheidsstichting. Het gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft op 8 november 2021 in deze zaak een vonnis gewezen, dat later door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is bevestigd in vonnissen van 4 juli 2023 en 23 januari 2024. Het Hof heeft de vordering van het Land afgewezen, waarop het Land in cassatie is gegaan.

De Hoge Raad heeft de klachten van het Land over de vonnissen van het Hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de vonnissen. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van het Land verworpen en het Land veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 16.410,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien het Land deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak voldoet. Dit arrest is uitgesproken op 4 april 2025.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/01602
Datum4 april 2025
ARREST
In de zaak van
HET LAND CURAÇAO,
zetelende in Curaçao,
EISER tot cassatie,
hierna: het Land,
advocaat: J.W.H. van Wijk,
tegen
STICHTING KADASTER EN OPENBARE REGISTERS CURAÇAO,
gevestigd te Willemstad, Curaçao,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de Stichting,
advocaat: A. Knigge.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak CUR202001764 van het gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 8 november 2021;
b. de vonnissen in de zaak CUR202001764 - CUR2021H00371 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 4 juli 2023 en 23 januari 2024.
Het Land heeft tegen de vonnissen van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De Stichting heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor de Stichting mede door R. van Dijken en C.J.D. Warren.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van het Land heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de vonnissen van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de vonnissen. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt het Land in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Stichting begroot op € 16.410,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien het Land deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
4 april 2025.