Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
3.Beslissing
13 mei 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 mei 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 15 februari 2024. De verdachte, geboren in Suriname in 1994, was betrokken bij een poging tot moord op een slachtoffer op een parkeerterrein bij een sportcentrum in Amstelveen in 2019. Tijdens deze poging werd er meermalen met een vuurwapen op het slachtoffer geschoten, terwijl zijn 5-jarige zoontje aanwezig was. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte en de benadeelde partij beoordeeld, waarbij de advocaat van de verdachte, D. Bektesevic, en de advocaat van de benadeelde partij, O.F. Qane, cassatiemiddelen hebben voorgesteld. De advocaat-generaal, M.E. van Wees, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof, en heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien dit niet noodzakelijk was voor de ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.