ECLI:NL:HR:2025:748

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 mei 2025
Publicatiedatum
15 mei 2025
Zaaknummer
24/01477
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep in strafzaak betreffende misbruik van identificerende persoonsgegevens en wapenbezit

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 mei 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1984, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling. Het hof had de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep, omdat het hof van mening was dat de verdachte geen bezwaren had opgegeven tegen het vonnis. De advocaat-generaal P.M. Frielink concludeerde echter dat het hof ten onrechte had geoordeeld, aangezien uit de appelschriftuur bleek dat de verdachte wel degelijk bezwaren had geuit. De Hoge Raad oordeelde dat het cassatiemiddel gegrond was en vernietigde de uitspraak van het hof. De zaak werd terugverwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling van het hoger beroep. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige behandeling van appelschrifturen en de noodzaak voor de rechter om alle ingediende stukken in overweging te nemen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/01477
Datum20 mei 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 april 2024, nummer 21-003681-23, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben de advocaten N. van Schaik en H. Brentjes bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel keert zich tegen de niet-ontvankelijkverklaring door het hof van het door de verdachte ingestelde hoger beroep.
2.2
Het cassatiemiddel is gegrond. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
20 mei 2025.