ECLI:NL:HR:2025:784
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in belastingzaak betreffende onroerendezaakbelastingen en watersysteemheffing
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 mei 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X], vertegenwoordigd door R. van der Weide, tegen het Dagelijks Bestuur van de Belasting samenwerking Gemeenten en Waterschappen. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 21 augustus 2024, waarin het hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Limburg werd behandeld. Deze eerdere uitspraak betrof een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en aanslagen in de onroerendezaakbelastingen en watersysteemheffing voor het jaar 2022.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep duidelijk niet kan slagen. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om een advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, samen met de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is openbaar uitgesproken op 23 mei 2025.