ECLI:NL:HR:2025:789
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake onroerendezaakbelastingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 mei 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] tegen het Dagelijks Bestuur van de Belasting samenwerking Gemeenten en Waterschappen. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 27 november 2024, waarin het hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Limburg werd behandeld. De Rechtbank had zich uitgesproken over een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en een aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2021.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het Hof niet kunnen slagen. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is openbaar uitgesproken op 23 mei 2025, waarbij de vice-president en de raadsheren de uitspraak hebben gedaan.