Uitspraak
1.Geding in cassatie
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P] , heeft een verweerschrift ingediend. Hij heeft ook incidenteel beroep in cassatie ingesteld.
Het beroepschrift in cassatie en het geschrift waarbij incidenteel beroep in cassatie is ingesteld, zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Staatssecretaris heeft in het incidentele beroep een conclusie van repliek ingediend.
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft schriftelijk gereageerd op het hiervoor bedoelde verzoek en zich gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad.
4.Slotsom
5.Overschrijding van de redelijke termijn in de cassatieprocedure
Omdat het financiële belang bij deze cassatieprocedure minder dan € 1.000 bedraagt en de redelijke termijn met niet meer dan twaalf maanden is overschreden, wordt volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden. [2]
6.Proceskosten
Wat betreft het incidentele beroep in cassatie van de Staatssecretaris ziet de Hoge Raad geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
Door het verwijzingshof zal worden beoordeeld of aan belanghebbende een vergoeding moet worden toegekend voor de kosten van het geding voor het Hof en het geding voor de Rechtbank.