Uitspraak
1.Geding in cassatie
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P] , heeft een verweerschrift ingediend. Hij heeft ook voorwaardelijk incidenteel beroep in cassatie ingesteld.
Het beroepschrift in cassatie en het geschrift waarbij incidenteel beroep in cassatie is ingesteld, zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Staatssecretaris heeft in het incidentele beroep een conclusie van repliek ingediend.
Belanghebbende heeft in het incidentele beroep een conclusie van dupliek ingediend.
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft schriftelijk gereageerd op het hiervoor bedoelde verzoek en zich gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad.
2.Beoordeling van de in het principale beroep in cassatie aangevoerde klachten
4.Slotsom
5.Overschrijding van de redelijke termijn in de cassatieprocedure
Omdat het financiële belang bij deze cassatieprocedure meer dan € 1.000 bedraagt en de redelijke termijn met niet meer dan zes maanden is overschreden, komt belanghebbende een vergoeding van immateriële schade van € 500 toe.
6.Proceskosten
Wat betreft het incidentele beroep in cassatie van de Staatssecretaris ziet de Hoge Raad geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
Door het verwijzingshof zal worden beoordeeld of aan belanghebbende voor de kosten van het geding voor het Hof en van het geding voor de Rechtbank en in verband met de behandeling van het bezwaar een vergoeding moet worden toegekend.