ECLI:NL:HR:2025:875
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake Algemene Ouderdomswet
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 juni 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 3 mei 2024, nr. 23/1922 AOW. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. 22/1931) betreffende een besluit van de Sociale Verzekeringsbank ingevolge de Algemene Ouderdomswet. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, gebruikmakend van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Het arrest is openbaar uitgesproken op 6 juni 2025.