ECLI:NL:HR:2025:877
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in belastingzaak tegen gemeente Zoetermeer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 juni 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X], vertegenwoordigd door N.G.A. Voorbach, tegen het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Zoetermeer. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 9 augustus 2023, waarin het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak werd behandeld. Deze eerdere uitspraak betrof het niet tijdig nemen van een besluit op een brief van belanghebbende, die gericht was tegen een schriftelijke aansprakelijkstelling op grond van artikel 6:162 BW.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Rechtbank niet gegrond zijn. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft uiteindelijk besloten dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad gebruikgemaakt van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is uitgesproken door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, samen met de raadsheren M.T. Boerlage en W.A.P. van Roij, en is openbaar gemaakt op 6 juni 2025.