In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao op 15 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen klager, een ambtenaar, en de Regering van Curaçao. Klager was eervol ontheven uit zijn functie van Hoofd Douane en benoemd bij het Korps Politie Curaçao, waarbij zijn bezoldiging was vastgesteld. Klager maakte bezwaar tegen de vastgestelde bezoldiging, omdat hij meende dat er afspraken waren gemaakt over een hogere bezoldiging. Het Gerecht oordeelde dat het bestreden besluit niet voldeed aan de wettelijke vereisten, omdat niet was vermeld in welke functie klager was benoemd. Hierdoor kon het Gerecht niet toetsen of de bezoldiging rechtmatig was vastgesteld. Het Gerecht vernietigde het bestreden besluit en oordeelde dat de Regering van Curaçao in de proceskosten van klager moest worden veroordeeld. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke benoemingsbesluiten en de noodzaak om de bezoldiging te koppelen aan de functie.