Uitspraak
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
[Klaagster],
DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
De ontvankelijkheid
“Segun Minister Xiomara Maduro: Aruba merece wordo trata cu respet”. Klaagster heeft dit persbericht op social media gedeeld met de opmerking:
“El burro hablando de orejas! Curashiiii!!!”.
“Segun Minister Xiomara Maduro: Aruba merece wordo trata cu respet”geplaatste opmerking een Spaanstalig spreekwoord is, equivalent van het Nederlandstalig spreekwoord “de pot verwijt de ketel.” Evenmin in geschil is dat klaagster deze opmerking heeft geplaatst ten tijde van een situatie tussen de vakbond en de minister, waarbij de vakbond zich op het standpunt stelde dat zij door de minister met meer respect diende te worden behandeld. In deze context gezien en gelet op de betekenis van het spreekwoord, is er geen sprake van belediging. De enkele omstandigheid dat in het door klaagster gebezigde spreekwoord het Spaanse woord voor ezel voorkomt, is daartoe, anders dan verweerder ter zitting heeft betoogd, onvoldoende, reeds omdat verweerder daarbij ook heeft bevestigd dat het gaat om een spreekwoord, dat voormelde betekenis heeft. De opmerking wordt door verweerder dan ook niet zo, en kan overigens ook op geen enkele wijze zo worden begrepen, dat klaagster iemand voor ezel heeft uitgemaakt. Het gerecht is dan ook van oordeel dat klaagster gezien de inhoud en context van de opmerking de grenzen van het toelaatbare niet heeft overschreden. Met haar opmerking (zie 2.2) heeft klaagster haar mening geuit over een actuele situatie. Het gerecht verwijst in dit verband naar de uitspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van 10 februari 2020 (ECLI:NL:ORBAACM:2020:15), waarbij de Raad erop wijst dat de vrijheid van meningsuiting van de ambtenaar haar begrenzing daar vindt waar door de uitoefening door de ambtenaar van het recht op het openbaren van gedachten of gevoelens de goede vervulling van zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd. Daarvan is naar het oordeel van het gerecht in het geheel geen sprake. Voorts is uit de stukken en het verhandelde ter zitting niet gebleken dat klaagster in strijd met het social media-beleid heeft gehandeld, nu er naar het oordeel van het gerecht geen sprake is van het online pesten, dreigementen, belediging, laster, afpersing, of het lekken van overheidsdocumenten en/of gevoelige informatie. Gelet op het vorenstaande is het gerecht van oordeel dat verweerder niet tot de conclusie heeft kunnen komen dat klaagster zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim.
BESLISSING
- Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: Binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
- In de andere gevallen: Binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.