ECLI:NL:OGEAA:2015:232
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Civiele procedure over betaling van schuld en incassokosten
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap ISLAND FINANCE ARUBA N.V. (hierna: IFA) een vordering ingesteld tegen B, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een geschil over de betaling van een schuld van Afl. 3.604,93, vermeerderd met rente en incassokosten. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 25 februari 2015, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 27 maart 2015. Tijdens deze zitting heeft IFA haar vordering toegelicht, terwijl B in persoon aanwezig was en verweer voerde.
Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat B onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat zij de hoofdsom al had betaald. IFA heeft de stelling van B gemotiveerd bestreden, en het Gerecht oordeelde dat B niet in staat was om de juistheid van haar bewering aan te tonen. Hierdoor werd vastgesteld dat B het gevorderde bedrag verschuldigd was aan IFA. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat deze niet voldoende was onderbouwd. Het Gerecht oordeelde dat de werkzaamheden waarvoor vergoeding werd gevraagd niet onder de relevante wettelijke bepalingen vielen.
In de uitspraak werd B veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, de rente en de proceskosten aan IFA. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 19 augustus 2015 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.