ECLI:NL:OGEAA:2015:583

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 december 2015
Publicatiedatum
30 maart 2016
Zaaknummer
355 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk in vereniging geweld plegen met een werkstraf als sanctie

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte op 28 december 2015 veroordeeld voor openlijk in vereniging geweld plegen. De feiten vonden plaats op 12 juni 2014, waarbij de verdachte samen met anderen geweld heeft gepleegd tegen twee personen op een openbare plaats nabij het Radisson Aruba Resort. De verdachte verscheen zonder rechtskundige bijstand tijdens de zittingen op 10 september en 10 december 2015. De officier van justitie, mr. Y. Pronk, eiste een werkstraf van 170 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren werd verricht.

De tenlastelegging omvatte verschillende vormen van geweld, waaronder het slaan met gebalde vuisten, het grijpen van het haar van een slachtoffer, en het schoppen en slaan met een stok. Het gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen belemmeringen waren voor de ontvankelijkheid van de officier van justitie.

Na het onderzoek heeft het gerecht geoordeeld dat de verdachte schuldig was aan het tenlastegelegde feit. De bewezenverklaring was gebaseerd op wettige bewijsmiddelen, en het gerecht heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar was. De opgelegde straf bestond uit een werkstraf van 170 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 85 dagen indien de werkstraf niet naar behoren werd uitgevoerd. Dit vonnis is uitgesproken door rechter mr. M. Schoemaker en is een belangrijke uitspraak in het kader van de toepassing van het strafrecht in Aruba.

Uitspraak

Strafzaken over: 2015
Datum uitspraak: 28 december 2015
Tegenspraak
Parketnummer: P-2014/08993
Zaaknummer: 355 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1988 in [geboortejaar],
wonende in [woonplaats],
[adres].

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 10 september 2015 en 10 december 2015. De verdachte is verschenen zonder rechtskundige bijstand.
De officier van justitie, mr. Y. Pronk, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte te veroordelen tot een werkstraf voor de duur van honderd en zeventig uren (170) te vervangen door vijf en tachtig (85) dagen hechtenis indien de verdachte deze werkstraf niet naar behoren verricht.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
dat hij of omstreeks 12 juni 2014 in Aruba tezamen en in vereniging met een ander of anderen op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats en/of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten (na)bij [watersport 1] en/of [watersport 2], gevestigd op het strand ter hoogte van het Radisson Aruba Resort, openlijk met verenigde krachten geweld heeft gepleegd tegen een of meer perso(o)n(en), genaamd [verdachte 1] en/of [verdachte 2], welk geweld bestond uit het:
- het met tot vuist gebalde hand(en) slaan van die [verdachte 1] en/of [verdachte 2], en/of
- het bij het haar grijpen van die [verdachte 1], en/of
- het schoppen en/of trappen en/of duwen van die [verdachte 2], en/of
- het met een stok van een parasol, althans een houten stok, slaan van die [verdachte 1];
(artikel 2:82 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

B. Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
dat hij
opof omstreeks12 juni 2014 in Aruba tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
op of aan de openbare weg en/ofop een voor het publiek toegankelijke plaats en
/ofin een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten (na)bij [watersport 1] en/of [watersport 2], gevestigd op het strand ter hoogte van het Radisson Aruba Resort, openlijk
met verenigde krachtengeweld heeft gepleegd tegen een of meer perso
(o)n
(en
), genaamd [verdachte 1] en
/of[verdachte 2], welk geweld bestond uit het:
- het met tot vuist gebalde hand(en) slaan van die [verdachte 1] en
/of[verdachte 2], en
/of
- het bij het haar grijpen van die [verdachte 1], en
/of
- het schoppen
en/of trappen en/of duwenvan die [verdachte 2], en
/of
- het met een stok van een parasol, althans een houten stok, slaan van die [verdachte 1];
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Voor zover in de telastlegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de wettige bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
Bewijsoverwegingen

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:82, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ten voordele van verdachte geldt dat hij nooit eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:45, 1:46 en 1:62 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

Het gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit een werkstrafvoor de duur van
honderdenzeventig (170) uren,onder begeleiding en toezicht van de Stichting Reclassering en Jeugdbescherming Aruba, te voltooien binnen
één (1) jaarna het onherroepelijk worden van dit vonnis. Bij het niet naar behoren verrichten van deze taakstraf zal vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van
vijfentachtig (85) dagen.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M. Schoemaker en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 28 december 2015, in tegenwoordigheid van de griffier.