ECLI:NL:OGEAA:2016:111

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 februari 2016
Publicatiedatum
19 februari 2016
Zaaknummer
EJ. nr. 961 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van kinderalimentatie en vaststelling van biologische vaderschap

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 16 februari 2016, wordt het verzoek van de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Gravenstijn, behandeld. De vader, procederende in persoon, is betrokken bij de procedure. De zaak betreft de vaststelling van het biologische vaderschap van de man ten aanzien van de minderjarige, geboren in 2006 in Venezuela. Eerder, op 1 juli 2014, heeft het gerecht een onderzoek gelast naar de biologische afstamming, wat heeft geleid tot een DNA-onderzoek. De resultaten van dit onderzoek, overgelegd op 17 december 2015, hebben aangetoond dat de man de biologische vader is van de minderjarige.

Tijdens de zitting op 5 januari 2016 is de man verschenen, terwijl de moeder werd bijgestaan door haar gemachtigde. De man heeft sinds augustus 2014 maandelijks een bedrag van Afl. 425,- aan de moeder betaald voor de verzorging van de minderjarige. De man heeft zich bereid verklaard om dit bedrag voortaan rechtstreeks aan de moeder te blijven betalen, wat door de moeder wordt geaccepteerd.

De beslissing van het gerecht houdt in dat de man vanaf 1 januari 2016 maandelijks Afl. 425,- aan de moeder moet betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het verzoek om meer of anders te verzochten wordt afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 16 februari 2016
Zaaknummer EJ. nr. 961 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[de moeder],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, hierna te noemen: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen
[de vader],
wonende in Aruba,
VERWEER, hierna te noemen: de man,
procederende in persoon.
Belanghebbenden:
[de minderjarige], de minderjarige,
DE VOOGDIJRAAD, in de hoedanigheid van bijzondere curator van de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De eerdere procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 1 juli 2014, waarbij het gerecht een onderzoek heeft gelast naar de vraag met welke mate van waarschijnlijkheid [de man] de biologische vader is van [de minderjarige], geboren op [datum] 2006 in Venezuela uit de vrouw [de moeder].
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit het op 17 december 2015 overgelegde resultaat van het gedane DNA-onderzoek. De griffiersaantekeningen van de voortzetting van de behandeling ter zitting van 5 januari 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de man in persoon en de moeder bijgestaan door haar gemachtigde mr. G.L. Griffith, occuperende voor mr. N.S. Gravenstijn.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Uit het overgelegde DNA-resultaat is voldoende overtuigend gebleken dat [de man] de biologische vader is van [de minderjarige].
2.2
Ter zitting is gebleken dat de man sinds augustus 2014 aan de moeder maandelijks een bedrag van Afl. 425,- betaalt ten behoeve van de minderjarige. Nu de man zich bereid heeft verklaard om bovengenoemd bedrag aan kinderalimentatie maandelijks rechtstreeks aan de moeder te blijven betalen en de moeder met dit bedrag instemt, zal het gerecht dienovereenkomstig beslissen.
2.3
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
veroordeelt de man, [de man], om met ingang van 1 januari 2016, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling, rechtstreeks aan de moeder te betalen een bedrag van Afl. 425,- per maand als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige], geboren op [datum] 2006 in Venezuela,
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
compenseert de proceskosten aldus dat ieder der partijen de eigen kosten draagt,
wijst af het anders of meer verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Schoemaker, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 16 februari 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.