ECLI:NL:OGEAA:2016:18

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 januari 2016
Publicatiedatum
8 januari 2016
Zaaknummer
A.R. 2848 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Y. M. Vanwersch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit koopovereenkomst betreffende juwelen met verzuim en rente

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vordert de rechtspersoon India Gems International Inc. betaling van een bedrag van USD 19.345,00 van Rupchands Sons N.V. De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst die in oktober 2009 tot stand kwam voor een partij juwelen ter waarde van USD 29.345,00. India Gems stelt dat zij haar leveringsverplichting correct is nagekomen, terwijl Rupchand betwist dat alle goederen zijn geleverd. Rupchand heeft slechts USD 10.000,00 betaald en stelt dat India Gems niets meer verschuldigd is.

De rechter heeft vastgesteld dat India Gems haar verplichtingen is nagekomen en dat Rupchand in gebreke is gebleven met de betaling. De gevorderde rente werd afgewezen omdat het rentebeding niet contractueel was overeengekomen. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf 7 oktober 2014, de datum waarop Rupchand in verzuim was. De rechter heeft Rupchand veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, en in de kosten van de procedure. Het vonnis is uitgesproken op 6 januari 2016.

Uitspraak

Vonnis van 6 januari 2016
Behorend bij A.R. 2848 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de rechtspersoon naar het recht van de Verenigde Staten
INDIA GEMS INTERNATIOAL INC.,
domicilie kiezende te Aruba,
hierna ook te noemen: India Gems,
gemachtigde: de advocaat mr. D.C.A. Crouch,
tegen:
de naamloze vennootschap
RUPCHANDS SONS N.V.
h.o.d.n. Ram’s Duty Free Shop/ Ram’s Bijoux
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: Rupchand,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de akte houdende vermeerdering van eis;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de akte houdende verzoek pleidooi aan de zijde van Rupchand;
- de brief van 18 november 2015 aan de zijde van Rupchand, waarin om vonnis wordt gevraagd.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Tussen partijen is in oktober 2009 een koopovereenkomst tot stand gekomen ten aanzien van een partij juwelen ter waarde van USD 29.345,00.
2.2
Uit productie 5 bij verzoek respectievelijk 10 bij repliek volgt dat FedEx op [datum] een zending juwelen afkomstig van India Gems heeft afgeleverd op het adres [..], Bijoux Juwelers en dat deze zending is aangenomen door [naam], een werknemer van Rupchand.
2.3
Bij fax van [datum] heeft Wexler Insurance Agency Inc aan India Gems bevestigd dat zij een pakket ter waarde van USD 29.000,00, dat verzonden zou worden aan Bijoux Juweler, heeft verzekerd.
2.4
Uit een schriftelijke verklaring van [datum] van [naam], werkzaam bij Global Gems volgt dat het gewicht van de koopwaar van India Gems overeen kwam met het gewicht van het pakket behorende bij de invoice nr. [..] dat vermeld was op de Federal Express airway bill [nummer], gedateerd [datum], gericht aan Rupchand.
2.5
Rupchand heeft een bedrag ad USD 10.000,00 betaald.
2.6
Bij brieven van 1 oktober 2014 en 2 april 2015 maakt India Gems aanspraak op betaling van een bedrag ad USD 19.235,00 vermeerderd met de contractuele rente.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
India Gems vordert na akte vermeerdering van eis bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Rupchand tot betaling van USD 19.345,00 alsmede de contractuele rente van 18% per jaar vanaf 7 december 2009 ten bedrage van USD 29.345,00 berekend vanaf 7 december 2009, zijnde de eerste dag van opeisbaarheid van de rente dan wel vanaf 1 oktober 2014, zijnde de dag van de ingebrekestelling en met veroordeling van Rupchand in de kosten van de procedure.
3.2
India Gems baseert haar vordering - samengevat - op het volgende.
India Gems is haar leveringsverplichting uit hoofde van de tussen partijen tot stand gekomen koopovereenkomst correct nagekomen. Rupchand is in gebreke gebleven met haar betalingsverplichting.
3.3
Rupchand voert hiertegen - samengevat - het volgende verweer.
India Gems heeft slechts voor een bedrag van USD 10.000,00 geleverd. Om deze reden is India Gems niets meer verschuldigd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Tussen partijen is in geschil de vraag of India Gems alle door Rupchand bij India Gems bestelde goederen heeft afgeleverd of slechts een deel, zoals Rupchand stelt.
4.2
Uit de door India Gems overgelegde, hierboven omschreven en door Rupchand niet weersproken documenten volgt dat India Gems haar leveringsverplichting correct is nagekomen. Rupchand kon dan ook niet volstaan met de eenvoudige stelling dat India Gems slechts een deel heeft geleverd. Het lag op haar weg om deze stelling feitelijk te onderbouwen, door concreet aan te geven welke juwelen ontbraken. Daar komt bij dat gesteld noch gebleken Rupchand op enig moment geklaagd heeft over de onvolledige levering. In het licht van het voorgaande wordt het verweer dan ook als zijn onvoldoende feitelijk onderbouwd verworpen. Dit heeft tot gevolg dat de hoofdsom toewijsbaar is.
4.3
Wat betreft de gevorderde rente wordt als volgt overwogen.
Op de factuur is vermeld dat betaling plaats dient te vinden binnen 30 dagen en dat bij te laten betaling 1,5% rente per maand verschuldigd is. Anders dan India Gems stelt betreft dit niet de contractuele rente maar betreft dit een eenzijdig rentebeding. Nu India Gems geen feiten heeft gesteld op grond waarvan kan worden aangenomen dat Rupchand instemde met dit rentebeding, wordt de gevorderde rente afgewezen. Nu het mogelijk is om het mindere toe te wijzen, wordt de wettelijke rente toegwezen vanaf de dag dat Rupchand in verzuim is. Er is sprake van verzuim, indien de schuldenaar na een redelijke termijn gekregen te hebben om alsnog na te komen, in gebreke blijft. Uit de brief van 1 oktober 2014 volgt dat India Gems Rupchand een termijn van 5 dagen heeft gegeven om te betalen. Dit heeft tot gevolg dat Rupchand vanaf 7 oktober 2014 in verzuim is en India Gems vanaf deze datum aanspraak heeft op de wettelijke rente.
4.4
Rupchand wordt nu zij in het ongelijk is gesteld in de kosten van de procedure – gebaseerd op het liquidatietarief behorende bij de oorspronkelijke eis - veroordeeld, zonder dat rekening wordt gehouden met de deurwaarderskosten omdat het exploot niet is overgelegd.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
veroordeelt Rupchand te betalen aan India Gems een bedrag ad USD 19.345,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2014 tot de dag der voldoening;
5.2
veroordeelt Rupchand in de kosten van de procedure, aan de zijde van India Gems tot op heden begroot op Afl. 750,00 griffierecht en Afl. 1.800,00 salaris gemachtigde;
5.3
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y. M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.