Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
managing directoris, heeft een zakenrelatie bestaan. Dura bestelde bij Standard goederen, die vervolgens door Standard aan Dura werden verkocht en geleverd.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vorderde de vennootschap Standard Overseas B.V. (hierna: Standard) betaling van een bedrag van € 8.926,- van de naamloze vennootschap Dura Home Center N.V. (hierna: Dura) en een tweede gedaagde, die persoonlijk garant zou staan voor de betalingsverplichtingen van Dura. De vordering was gebaseerd op een koopovereenkomst en eerdere betalingsregelingen die niet volledig waren nagekomen. Dura had goederen besteld bij Standard, maar had een aanzienlijk bedrag openstaan. Ondanks meerdere betalingsregelingen, waaronder een persoonlijke garantie van de tweede gedaagde, was Dura in gebreke gebleven.
De rechter heeft vastgesteld dat de tweede gedaagde zich niet als borg had verbonden voor alle verplichtingen van Dura, maar enkel voor specifieke betalingsregelingen. De rechter wees de vordering tegen de tweede gedaagde af, omdat niet was aangetoond dat deze zich had verbonden tot nakoming van de verplichtingen die Dura niet was nagekomen. De vordering tegen Dura werd gedeeltelijk toegewezen, waarbij Dura werd veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag van € 8.926,- en bijkomende kosten, inclusief rente. De rechter oordeelde dat de contractuele rente van 9% per jaar van toepassing was, in plaats van de door Dura betwiste eenzijdige rente.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken in betalingsregelingen en de rol van persoonlijke garanties in het kader van borgtocht. Het vonnis werd uitgesproken op 28 februari 2018 door rechter M.E.B. de Haseth.