ECLI:NL:OGEAA:2016:225

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 maart 2016
Publicatiedatum
12 april 2016
Zaaknummer
A.R. no. 3137 van 2011
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiel recht en verjaring in alimentatiegeschil tussen man en vrouw

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de procedure gestart door de man, die woonachtig is in Aruba, tegen de vrouw, eveneens woonachtig in Aruba. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. N.S. Gravenstijn, heeft een verjaringsverweer opgeworpen met betrekking tot de vergoeding voor het gebruik van de woning door de vrouw. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. B.M. de Sousa, heeft in haar akte uitlating een beroep gedaan op verjaring van de door de man gevorderde achterstallige alimentatie. Dit verjaringsverweer is door de vrouw in een laat stadium opgeworpen, maar het gerecht heeft besloten om dit verjaringsverweer niet te negeren en heeft de man de gelegenheid gegeven om hierop te reageren.

De zaak is op 30 maart 2016 door het Gerecht verwezen naar de rolzitting voor het nemen van een akte, zonder dat er gelegenheid wordt geboden voor een antwoordakte. Het gerecht heeft iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan. De uitspraak is gedaan op 2 maart 2016, waarbij mr. M. Schoemaker als rechter optrad. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, wat gebruikelijk is in dergelijke rechtszaken. De zaak betreft belangrijke juridische kwesties rondom verjaring en alimentatie, die van groot belang zijn voor de betrokken partijen.

Uitspraak

Vonnis van 2 maart 2016
Behorend bij A.R. no. 3137 van 2011
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
Eiser,
wonende te Aruba,
EISER,
hierna ook te noemen: “de man”,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen:
Gedaagde,
wonende te Aruba,
GEDAAGDE,
hierna ook te noemen: “de vrouw”,
gemachtigde: mr. B.M. de Sousa.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot en met 2 december 2015 blijkt uit het tussenvonnis van die datum. Daarna heeft de vrouw een akte uitlating ingediend.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
De vrouw heeft zich in haar akte uitgelaten over het door de man bij antwoordakte d.d. 21 oktober 2015 opgeworpen verjaringsverweer ten aanzien van de door de vrouw verzochte vergoeding voor het gebruik van de woning door de man.
2.2
De vrouw heeft in haar akte uitlating op haar beurt voor het eerst een beroep op verjaring gedaan ten aanzien van de door de man van de vrouw gevorderde achterstallige alimentatie, die de man in verrekening wenst te brengen bij de uiteindelijke afrekening. De man heeft daar nog niet op kunnen reageren. Weliswaar heeft de vrouw dit verjaringsverweer in een zeer laat stadium opgeworpen, maar dit gold ook voor het door de man voor het eerst bij antwoordakte opgeworpen verjaringsverweer. Het gerecht zal dan ook vooralsnog niet voorbij gaan aan het verjaringsverweer van de vrouw en de man in de gelegenheid stellen om bij akte
uitsluitendop dit verjaringsverweer van de vrouw in te gaan, direct peremptoir. Voor zover er in de akte wordt ingegaan op andere punten, zal aan die punten voorbij worden gegaan. Er wordt geen gelegenheid geboden voor een contra-akte.
2.3
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
3.1
verwijst de zaak naar de rolzitting van
30 maart 2016voor het nemen van een
akte aan de zijde van de man, direct peremptoir, als in rechtsoverweging 2.2 bedoeld zonder dat gelegenheid voor een antwoordakte wordt geboden, waarna de zaak weer voor vonnis verwezen dient te worden;
3.2
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 2 maart 2016 in aanwezigheid van de griffier.