ECLI:NL:OGEAA:2017:302
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake vordering tot betaling en verzoek tot pleidooi in civiele procedure
In deze civiele procedure, aangespannen door de naamloze vennootschap Clinica Sosten Emotional N.V. (hierna: Clinica), heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 26 april 2017 uitspraak gedaan. Clinica vorderde een betaling van Afl. 240.000,-- van de gedaagde partij, die in eerste instantie in persoon procedeerde maar later werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. D.C.A. Crouch. De gedaagde heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering van Clinica, maar wenste wel toegelaten te worden tot pleidooi om alsnog verweer te voeren.
Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de gedaagde, gezien de akte van niet dienen van antwoord, geen recht heeft om pleidooi te voeren. Dit is gebaseerd op artikel 120 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat bepaalt dat alle excepties tegelijk met het verweer op de hoofdzaak moeten worden voorgesteld. Aangezien de gedaagde geen verweer heeft gevoerd, is haar recht om verweren op te werpen vervallen. Het verzoek van de gedaagde om toegelaten te worden tot pleidooi is dan ook afgewezen.
De vordering van Clinica werd in hoofdsom en de gevorderde rente toegewezen, omdat deze niet bestreden waren en als niet onrechtmatig of ongegrond werden beschouwd. Echter, de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 2.610,25 aan verschotten en Afl. 4.000,-- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.