ECLI:NL:OGEAA:2017:349
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure inzake vergunning tijdelijk verblijf
Op 8 mei 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). De verzoeker, die in persoon procedeerde, had bezwaar gemaakt tegen een afwijzende beschikking van de minister van Ruimtelijke Ontwikkeling, Infrastructuur en Integratie, die op 24 januari 2017 was genomen. Dit bezwaar was ingediend op 1 maart 2017, samen met een verzoek om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 24 april 2017, waarbij zowel de verzoeker als de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren.
De rechter overwoog dat volgens artikel 54 van de Lar een verzoek om schorsing van een beschikking kan worden gedaan indien de uitvoering daarvan voor de betrokkene een onevenredig nadeel met zich zou brengen. Echter, de rechter stelde vast dat de verzoeker niet als belanghebbende kon worden aangemerkt, omdat hij niet namens de desbetreffende vreemdeling bezwaar had gemaakt, maar uit eigen naam. Dit leidde tot de voorlopige conclusie dat het bezwaar niet-ontvankelijk was. Gezien deze overwegingen werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.