Uitspraak
CROES WEVER TCHONG,
HET LAND ARUBA,
1.DE VERDERE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
foutieve facturen die reeds voldaan zijn”, in 2009 zijn betaald, waardoor die facturen eind augustus 2011 zijn verjaard, uitgaande van dezelfde verjaringstermijn van 20 maanden. Het gerecht verwerpt dit verweer van het Land. Zoals reeds in het tussenvonnis is overwogen, heeft de brief van CWT van 25 november 2009 stuitende werking gehad. Ingevolge artikel 3:319 leden 1 en 2 BW begint door stuiting van de verjaring met aanvang van de volgende dag een nieuwe verjaringstermijn die gelijk is aan de oorspronkelijke, te lopen. De Comptabiliteitsverordening 1989 (CV) geeft op dit punt geen afwijkende regeling, zodat artikel 3:319 BW, leden 1 en 2, in casu van toepassing is. CWT heeft na 25 november 2009 binnen 20 maanden een procedure bij de Raad van Toezicht aanhangig gemaakt, waardoor de verjaring opnieuw werd gestuit. Nadat de Raad van Toezicht zich op 25 juli 2014 onbevoegd verklaarde, heeft CWT binnen zes maanden de onderhavige procedure aanhangig gemaakt. De verjaring is daardoor conform het eveneens van toepassing zijnde artikel 3:316 BW, leden 1 en 2, opnieuw tijdig gestuit. Het gerecht heeft reeds overwogen dat het Land zich niet met vrucht kan beroepen op artikel 33 lid 2 CV, waarin is bepaald dat de verjaring uitsluitend wordt gestuit door indiening van een declaratie bij de Directie Financiën. Zulks geldt ook voor de verdere stuiting van nieuwe verjaringstermijnen, te meer daar het naar het oordeel van het gerecht niet de bedoeling van de wetgever kan zijn geweest dat steeds opnieuw, ter verdere stuiting van nieuwe verjaringstermijnen, een declaratie bij de Directie Financiën ingediend moet worden.
verrekening debiteur-crediteur” (ad Afl. 32.337,11) gemotiveerd betwist. Het gerecht zal het verweer van het Land ten aanzien van deze post “
verrekening debiteur-crediteur” zoals opgenomen in het overzicht van het Land passeren bij gebrek aan voldoende onderbouwing. Het Land zal veroordeeld worden dit bedrag aan CWT te betalen.
Afl. 3,52+
ontbrekende declaraties” ad Afl. 112.727,03, waartegen geen inhoudelijk verweer is gevoerd door het Land, aan CWT te voldoen. In totaal zal dan ook een bedrag van Afl. 145.204,75 worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente.