Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
housemanbij [X] werkzaam te zijn afgewezen.
2.OVERWEGINGEN
houseman, op welk verzoek op 7 juli 2015 positief is beslist.
housemangeen lokale krachten beschikbaar zijn, aldus appellant.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 mei 2017 uitspraak gedaan in een beroep tegen het uitblijven van een beschikking op een bezwaar van appellant, die een vergunning tot tijdelijk verblijf had aangevraagd. De minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu had eerder op 15 januari 2016 het verzoek van appellant om een vergunning tot tijdelijk verblijf afgewogen en afgewezen. Appellant maakte hiertegen bezwaar, maar tegen het uitblijven van een beslissing op dat bezwaar heeft hij op 30 juni 2016 beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 3 april 2017 werd de zaak behandeld, waarbij zowel appellant als de minister vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
De rechter overwoog dat, hoewel de minister op 2 september 2016 alsnog op het bezwaar had beslist, appellant procesbelang behield bij het beroep tegen het uitblijven van een beschikking. De rechter baseerde zich op de vaste rechtspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, die stelt dat als er na het instellen van beroep alsnog een reële beschikking wordt gegeven, het beroep tegen het uitblijven van een beschikking beoordeeld moet worden aan de hand van de inhoudelijke gronden die tijdens de procedure zijn aangevoerd.
Uiteindelijk verklaarde de rechter het beroep ongegrond, omdat appellant niet had aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het gevoerde beleid rechtvaardigden. De beslissing werd genomen door mr. M.E.B. de Haseth en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dag van de uitspraak moet worden ingesteld.