Uitspraak
1.[GEDAAGDE SUB 1],
2.[GEDAAGDE SUB 2],
1.DE PROCEDURE
2.DE FEITEN
Partijen komen ter beeindiging van hun geschil, bij dit gerecht aanhangig onder bovenvermeld zaaknummer, het volgende overeen:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele procedure, aangespannen door [eiseres] tegen [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], betreft het de verdeling van een woning na het overlijden van erflater. De zaak is behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba en het vonnis is uitgesproken op 20 september 2017. De eiseres, die ook wettelijk vertegenwoordiger is van haar minderjarige kinderen, vordert onder andere de benoeming van een taxateur voor de woning en medewerking van de gedaagden aan de verkoop van de woning. De gedaagden, die de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard, voeren verweer en stellen dat er nog geen boedelbeschrijving heeft plaatsgevonden, waardoor zij niet kunnen worden verplicht om mee te werken aan de verdeling.
De rechter oordeelt dat, aangezien de erfgenamen de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard, er eerst een boedelbeschrijving moet plaatsvinden voordat er een verdeling kan plaatsvinden. Dit betekent dat de vordering van [eiseres] niet kan worden toegewezen. De rechter wijst de vordering af en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.