In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 10 oktober 2017 een beschikking gegeven in een alimentatiezaak tussen een vader en een moeder, die beiden in Aruba wonen. De vader, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.M.R.F. Scheper, verzoekt om wijziging van de eerder vastgestelde kinderalimentatie en om de omgangsregeling met de minderjarigen vast te leggen. De moeder, die in persoon procedeert, verzet zich tegen de wijziging van de alimentatie en verzoekt om een verhoging van het bedrag dat de vader moet betalen.
De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 23 mei 2017 is ingediend, gevolgd door een overzicht van inkomen en uitgaven van de moeder op 24 augustus 2017. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 augustus 2017 zijn beide ouders verschenen. De minderjarigen zijn geboren uit de relatie tussen de vader en de moeder, en de ouders zijn in 2014 gescheiden. De vader heeft eerder een alimentatieplicht van Afl. 200,- per kind per maand opgelegd gekregen, maar stelt nu dat de omstandigheden zijn gewijzigd, waardoor hij niet langer in staat is dit bedrag te betalen.
Het Gerecht overweegt dat de ouders verplicht zijn bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van hun kinderen, en dat de alimentatie kan worden gewijzigd indien er relevante wijzigingen in de omstandigheden zijn. Na beoordeling van de financiële situatie van beide ouders, concludeert het Gerecht dat de vader in staat is om Afl. 100,- per kind per maand te betalen. Daarnaast heeft de moeder verzocht om beëindiging van het gezamenlijk gezag, maar het Gerecht oordeelt dat dit niet in het belang van de kinderen is en wijst het verzoek af. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.