Ingevolge artikel 6 van de Lar, treedt, indien een bezwaar- of beroepschrift is gericht tegen een landsbesluit, de minister wie de zaak aangaat, als bestuursorgaan op.
Ingevolge artikel 15, aanhef en onder a, voor zover thans van belang, stelt het bestuursorgaan het bezwaarschrift uiterlijk binnen twee weken na ontvangst hiervan in handen van de commissie.
Ingevolge artikel 19, eerste lid, brengt de commissie het bestuursorgaan advies uit binnen vier weken, nadat zij het bezwaarschrift van het bestuursorgaan heeft ontvangen.
Ingevolge het tweede lid kan de commissie, indien het redelijkerwijs niet mogelijk is advies uit te brengen binnen de in het eerste lid bedoelde termijn, deze termijn eenmaal met ten hoogste vier weken verlengen. De commissie doet van een zodanige verlenging aan de indiener van het bezwaarschrift en het bestuursorgaan mededeling.
Ingevolge artikel 20, eerste lid, neemt het bestuursorgaan de beslissing op het bezwaarschrift binnen zes weken na de dagtekening van het advies of, indien het advies niet binnen de daarvoor gestelde termijn is ontvangen, binnen zes weken na het verstrijken van de termijn.
Ingevolge artikel 23, tweede lid, wordt het uitblijven van een beslissing op een bezwaarschrift binnen de in artikel 20, eerste lid, bedoelde termijn gelijkgesteld met een afwijzende beslissing.
Ingevolge artikel 27, tweede lid, bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift dat betrekking heeft op het uitblijven van een beslissing op het bezwaarschrift, acht weken en gaat deze in op de dag waarop het bestuursorgaan in gebreke raakt, tijdig op het bezwaarschrift te beslissen.