ECLI:NL:OGEAA:2017:914
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van ontuchtige handelingen met minderjarige
In deze strafzaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, stond de verdachte terecht voor het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige, die op het moment van de feiten twaalf jaar oud was. De zaak werd op 17 november 2017 behandeld, na eerdere zittingen op 7 juli en 27 oktober 2017. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 28 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, en de teruggave van een in beslag genomen mobiele telefoon. De verdediging pleitte voor vrijspraak.
De tenlastelegging betrof ontuchtige handelingen die zouden hebben plaatsgevonden tussen 5 en 21 september 2016. Het slachtoffer verklaarde dat de verdachte haar onder bedreiging had gedwongen tot seksuele handelingen. Echter, tijdens het proces kwamen er inconsistenties naar voren in de verklaringen van het slachtoffer. In haar tweede verklaring gaf zij aan dat zij zelf contact had opgenomen met de verdachte en dat de seksuele handelingen vrijwillig waren.
Het gerecht oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer onvoldoende steun vonden in andere bewijsmiddelen en op onderdelen als onbetrouwbaar moesten worden aangemerkt. De kennelijk leugenachtige verklaring van de verdachte over een gouden auto werd niet als voldoende bewijs beschouwd om tot een veroordeling te komen. Uiteindelijk sprak het gerecht de verdachte vrij van alle beschuldigingen en hevelde het bevel tot voorlopige hechtenis op, met onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte.