ECLI:NL:OGEAA:2017:965

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 december 2017
Publicatiedatum
13 december 2017
Zaaknummer
A.R. no. 581 van 2017 (AUA201700450)
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verbod op constructie- en laswerkzaamheden wegens geluidshinder

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, een gepensioneerde en eigenaar van een perceel in Aruba, een vordering ingesteld tegen haar buurman, gedaagde, die eigenaar is van een aangrenzend perceel en directeur van een constructiebedrijf. Eiseres verzoekt de rechter om gedaagde te verbieden om constructie-, las- en soldeerwerkzaamheden uit te voeren op zijn perceel, omdat zij hierdoor ernstige geluidshinder ondervindt. Eiseres stelt dat deze hinder onrechtmatig is en heeft bewijs verzameld, waaronder geluidsopnames en een logboek van geluidsoverlast, om haar claims te onderbouwen.

De procedure omvatte een comparitie van partijen en een plaatsopneming, waarbij eiseres haar standpunt heeft toegelicht en gedaagde verweer heeft gevoerd. Gedaagde ontkent de geluidsoverlast en stelt dat de gehoorschade van eiseres mogelijk andere oorzaken heeft. Het Gerecht heeft geoordeeld dat eiseres voldoende bewijs moet leveren om haar claims te staven. De rechter heeft eiseres toegelaten tot bewijslevering en de zaak verwezen naar een rolzitting voor verdere bewijsvoering.

De uitspraak van het Gerecht houdt in dat eiseres de gelegenheid krijgt om haar bewijs aan te leveren, en dat de verdere beslissing in de zaak wordt aangehouden totdat het bewijs is geleverd. De zaak is gepland voor een vervolg op 24 januari 2018, waar eiseres haar bewijs kan presenteren.

Uitspraak

Vonnis van 6 december 2017
Behorend bij A.R. no. 581 van 2017 (AUA201700450).
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[eiseres],
wonende in Aruba,
hierna ook te noemen: eiseres,
gemachtigden: de advocaten mrs. C.F.K.L. Lejuez en P.A.J. van der Biezen,
tegen:
[gedaagde],
wonende in Aruba,
hierna ook te noemen: gedaagde,
gemachtigden: de advocaten mrs. M.O. Lopez en S.M. Paesch.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot en met 6 september 2017 blijkt uit het tussenvonnis van die datum. Op 3 oktober 2017 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden. Op 23 oktober 2017 heeft een voortzetting van de comparitie van partijen plaatsgevonden met aansluitend een plaatsopneming. Van de plaatsopneming is een proces-verbaal opgemaakt.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Eiseres is eigenaar van en bewoont het perceel gelegen aan de [adres]. Gedaagde is eigenaar van en bewoont het aangrenzend perceel gelegen aan de [adres]. Partijen zijn elkaars buren.
2.2
Gedaagde is directeur van de naamloze vennootschap M&E Construction N.V. die zich bezighoudt met het aannemen en uitvoeren van constructiewerkzaamheden. Het bedrijf van gedaagde staat bij de Kamer van Koophandel ingeschreven aan hetzelfde adres als het perceel van gedaagde.
2.3
Eiseres is gepensioneerde. Uit de verklaring van haar huisarts van 8 maart 2017 blijkt dat eiseres aan gehoorschade lijdt. Deze is veroorzaakt door de blootstelling aan lawaai, aldus deze verklaring.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiseres verzoekt, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te verbieden om constructie- en/of las- en/of soldeerwerkzaamheden te (laten doen) verrichten en/of te gedogen op het perceel [adres], Oranjestad, op verbeurte van een dwangsom van Afl. 500,- per dag of gedeelte van een dag dat gedaagde het gegeven verbod overtreedt, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
3.2
Eiseres grondt de vordering erop dat zij door de constructie- en/of las- en/of soldeerwerkzaamheden op het perceel van gedaagde geluidshinder ondervindt. Deze is zodanig ernstig en voortdurend dat sprake is van onrechtmatig handelen door gedaagde.
3.3
Gedaagde voert verweer, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van het verzoek van eiseres althans afwijzing hiervan, met veroordeling van eiseres in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Artikel 5:37 jo. 6:162 BW bepaalt dat de eigenaar van een erf geen hinder mag toebrengen aan de eigenaar van andere erven op een onrechtmatige wijze, zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen. Het antwoord op de vraag of het toebrengen van hinder onrechtmatig is, is afhankelijk van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waaronder plaatselijke omstandigheden (HR 3 mei 1991, NJ 1991, 476).
4.2
Eiseres stelt dat gedaagde jarenlang constructie-, las- of soldeerwerkzaamheden verricht althans laat verrichten op zijn perceel waardoor eiseres geluidshinder ondervindt. Daartoe voert zij aan dat gedaagde, althans zijn zoon, in de uitoefening van het bedrijf van gedaagde constructiewerkzaamheden verricht op het perceel nummer 24. Eiseres heeft meerdere malen de politie gebeld om deze geluidsoverlast en de Minister van Justitie verzocht om in te grijpen. Dat leidde helaas niet tot resultaat. Tevens heeft eiseres een logboek bijgehouden over de periode van november 2005 tot en met augustus 2007 waarin zij constructie-, las- of soldeerwerkzaaheden hoorde en heeft zij de geluiden daarvan opgenomen. Ter zitting heeft zij een aantal recente geluidsopnames laten horen en gezegd dat zij heel veel van dergelijke opnames heeft, gerubriceerd per datum. Eiseres stelt dat zij door deze geluidsoverlast gehoorschade heeft opgelopen, zoals die door haar huisarts is gediagnosticeerd (zie 3.2.)
4.3
Gedaagde ontkent dat hij constructie-, las- of soldeerwerkzaamheden op zijn perceel verricht althans laat verrichten. Gedaagde stelt dat hij de bedrijfsmatige constructiewerkzaamheden verricht op de plek waar hij opdracht krijgt dit te doen. Tevens betwist gedaagde dat zijn zoon deze constructiewerkzaamheden verricht aangezien zijn zoon voor het grootste gedeelte van het jaar bij zijn vriendin in Hongarije verblijft. Gedaagde stelt dat hij in februari 2017 gedurende enkele dagen zijn garage heeft verbouwd. Volgens gedaagde kan niet uitgesloten worden dat de gehoorschade van eiseres ook een ander oorzaak kan hebben. Eiseres is de enige persoon in de wijk die klaagt over geluidsoverlast. Daartoe heeft gedaagde een lijst in het geding gebracht met de namen van de (overige) buren die verklaren dat zij geen geluidsoverlast ervaren. Volgens gedaagde is eiseres nog kwaad over de ruzie van partijen van jaren geleden en is zij om die reden deze rechtszaak begonnen.
4.4
Het Gerecht overweegt het volgende. Het is een feit van algemene bekendheid dat constructie-, las- of soldeerwerkzaamhedengeluid veroorzaken. Hier gaat het erom of dit geluid de grenzen van het betamelijke overschrijdt, aan te merken is als hinder en dus als onrechtmatig kan worden geoordeeld. Het gerecht is van oordeel dat eiseres, tegenover de gemotiveerde betwisting door gedaagde, aan haar stelplicht heeft voldaan. Ter onderbouwing van haar stelling verwijst eiseres immers naar haar logboek, de geluidsopnames, dat apparatuur op het perceel van gedaagde, de contacten met politie en correspondentie met de Minister en de verklaring van de huisarts.
4.5
Het gerecht zal eiseres op grond van haar bewijsaanbod op grond van artikel 129 Rv. toelaten tot het bewijs, door alle middelen rechtens, van haar stellingen dat de geluidsoverlast van het perceel van gedaagde afkomstig is en hinder veroorzaakt. De volgende bijzondere aanwijzingen gelden: 1. de geluidsopnames waarvan er ter zitting een aantal zijn afgeluisterd moeten in het geding worden gebracht, gerubriceerd naar datum en tijdstip en 2. eiseres dient getuige(n) te laten horen die aanwezig waren bij de opnames zodat het Gerecht kan vaststellen dat de opnames inderdaad geluid afkomstig van het perceel van gedaagde betreffen.
4.6
Eiseres zal in de gelegenheid worden gesteld de geluidsopnames, zoals vermeld in punt 4.5, in het geding te brengen en om aan te geven hoeveel getuigen zij wenst te horen. De zaak wordt verwezen naar de rol van 24 januari 2018 voor akte uitlating bewijslevering (P1) zijdens eiseres. Hierna zal een datum worden bepaald voor het getuigenverhoor.
4.7
Het gerecht houdt iedere verdere beslissing aan in afwachting van bewijslevering.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
laat eiseres toe tot te bewijzen dat zij geluidshinder heeft ondervonden, en mogelijk nog ondervindt, afkomstig van het perceel van gedaagde,
verwijst de zaak naar de rol van 24 januari 2018 voor akte uitlating bewijslevering (P1) zijdens eiseres;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag, 6 december 2017 in aanwezigheid van de griffier.