ECLI:NL:OGEAA:2018:125
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Alimentatiezaak tussen vader en moeder met betrekking tot kinderalimentatie en achterstand
In de alimentatiezaak tussen de vader, wonende in Bonaire, en de moeder, wonende in Aruba, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 13 maart 2018 een beschikking gegeven. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.J. Winkel, en de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.L. Griffith, hebben geen betalingsregeling kunnen bereiken voor de achterstand van Afl. 30.000,00. De werkgever van de vader houdt sinds augustus 2017 vrijwillig een bedrag van USD$ 350,- per maand in op zijn loon voor de kinderalimentatie. Tot nu toe is alleen het ingehouden bedrag voor de maanden augustus en september 2017 overgemaakt naar de rekening van de moeder. De vader heeft aangeboden om het bedrag van USD$ 350,- per maand zelf over te maken, bestaande uit USD$ 250,- voor de kinderalimentatie en USD$ 100,- voor de achterstand. Het gerecht heeft overwogen dat de moeder eventueel zelf actie kan ondernemen met een executoriale titel van de beschikking van 17 januari 2018 als zij een hoger bedrag wenst te ontvangen.
In de beschikking is bepaald dat de vader het bedrag van USD$ 250,- per maand aan kinderalimentatie, vermeerderd met jaarlijkse indexering, en USD$ 100,- per maand aan achterstand rechtstreeks aan de moeder moet overmaken, tenzij er beslag op het loon van de vader is gelegd. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beslissing is genomen door mr. A.J.J. van Rijen ter zitting op 13 maart 2018, in aanwezigheid van de griffier.