ECLI:NL:OGEAA:2018:242

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 april 2018
Publicatiedatum
30 april 2018
Zaaknummer
130 van 2018
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het smokkelen van cocaïne met een gevangenisstraf en voorwaardelijke straf

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 13 april 2018 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het uitvoeren, vervoeren en in bezit hebben van ruim anderhalve kilo cocaïne. De verdachte werd beschuldigd van het smokkelen van deze cocaïne van land A naar land B. Tijdens de openbare terechtzitting op 23 maart 2018 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. P.M.E. Mohamed. De officier van justitie, mr. W.V. Gerretschen, eiste een gevangenisstraf van achttien maanden, met aftrek van voorarrest, en verbeurdverklaring van de in beslag genomen telefoon.

De tenlastelegging omvatte het opzettelijk uitvoeren, vervoeren en in bezit hebben van cocaïne, zoals gedefinieerd in de Landsverordening verdovende middelen. Het gerecht oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat het gerecht bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdachte werd schuldig bevonden aan het ten laste gelegde feit, en het gerecht oordeelde dat de hoeveelheid cocaïne aanzienlijk was, wat duidt op de intentie tot verdere verspreiding en handel. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.

Daarnaast werd onttrekking aan het verkeer uitgesproken voor de in beslag genomen cocaïne en verbeurdverklaring van de in beslag genomen broek. Het gerecht hield rekening met het feit dat de verdachte nog niet eerder met justitie in aanraking was gekomen. De uitspraak benadrukte de ernst van de drugshandel en de schadelijke gevolgen voor de samenleving.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum]1996 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 23 maart 2018. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. P.M.E. Mohamed.
De officier van justitie, mr. W.V. Gerretschen, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek van voorarrest.
broek en verdovende middelen, alsmede verbeurdverklaring gevorderd van de inbeslaggenomen telefoon.
De raadsman heeft het woord tot verdediging gevoerd, in die zin dat hij heeft gerefereerd aan het oordeel van het gerecht.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
dat hij op of omstreeks 27 november 2017 in Aruba,
opzettelijk een hoeveelheid cocaïne, zijnde cocaïne een stof als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende middelen of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
heeft uitgevoerd, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 3 van de Landsverordening verdovende middelen, en/of heeft vervoerd en/of in bezit heeft gehad;
(artikel 3 van de Landsverordening verdovende middelen)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
dat hij op
of omstreeks27 november 2017 in Aruba,
opzettelijk een hoeveelheid cocaïne, zijnde cocaïne een stof als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Landsverordening verdovende middelen
of in de Regeling aanwijzing verdovende middelen I,
heeft uitgevoerd, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 3 van de Landsverordening verdovende middelen, en
/ofheeft vervoerd en
/ofin bezit heeft gehad;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met artikel 3, eerste lid, onder A, B en C van de Landsverordening verdovende middelen,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van deze Landsverordening.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het uitvoeren, vervoer en in bezit hebben van ruim anderhalve kilo cocaïne, met de bedoeling om deze cocaïne vanuit [land A] naar [land B] te smokkelen. Cocaïne is een voor de gezondheid van personen schadelijke stof. Met betrekking tot de hoeveelheid cocaïne overweegt het gerecht dat dit een aanzienlijke hoeveelheid betreft, welke hoeveelheid van dien aard was dat deze bestemd moet zijn geweest voor de verdere verspreiding en handel. De verspreiding van en handel in cocaïne gaat gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, waaronder de door gebruikers gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan deze stof. Met de handel in verdovende middelen wordt veel geld verdiend. Kennelijk heeft verdachte zich laten leiden door het oogmerk van financieel gewin ten koste van anderen. Bovendien heeft verdachte door zijn strafbare gedragingen een bijdrage geleverd aan de instandhouding van het internationale drugscircuit.
Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Het gerecht heeft acht geslagen op een uittreksel uit het algemene documentatieregister betreffende de verdachte d.d. 12 maart 2018, waaruit blijkt dat de verdachte in Aruba nog niet eerder met justitie in aanraking is gekomen.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.
Het gerecht zal een deel van deze straf voorwaardelijk opleggen teneinde verdachte in te scherpen zich gedurende de proeftijd niet weer aan misdrijf schuldig te maken.

9.Inbeslaggenomen voorwerpen

A.
Onttrekking aan het verkeer
Ten aanzien van de in beslaggenomen pakken cocaïne zal onttrekking aan het verkeer worden uitgesproken, omdat het feit met betrekking tot die voorwerpen dan wel stoffen is begaan en deze voorwerpen dan wel stoffen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
B.
Verbeurdverklaring
De in beslag genomen broek, waarvan ter terechtzitting is gebleken dat het aan verdachte toebehoort en dat met betrekking daartoe het strafbare feit is begaan zal verbeurd worden verklaard.
De in beslag genomen telefoon is blijkens het dossier al aan verdachte teruggegeven, zodat het gerecht daarover geen beslissing zal nemen.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn mede gegrond op de artikelen 1:13, 1:19, 1:20, 1:21, 1:62, 1:68, 1:74, 1:75 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

Het gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
ACHTTIEN (18) maanden;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
beveelt dat van deze straf een gedeelte, groot
ZES (6) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders mocht worden gelast op grond dat de veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt bepaald op DRIE (3) jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt
onttrekt aan het verkeerde in rubriek 9A genoemde voorwerpen;
verklaart verbeurdhet in rubriek 9B genoemde voorwerp;
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M. Schoemaker en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 13 april 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.