ECLI:NL:OGEAA:2018:533
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake incidenten tot voeging en tussenkomst in echtscheidingskwestie met betrekking tot onroerend goed
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, zijn verzoekers, de kinderen van [eiser] en [gedaagde], opgekomen voor hun belangen in een echtscheidingskwestie. De hoofdzaak betreft de verdeling van de huwelijksgemeenschap tussen [eiser] en [gedaagde], die op 1 december 1948 met elkaar zijn gehuwd en in 2010 zijn gescheiden. De verzoekers hebben een incident tot voeging en een incident tot tussenkomst ingediend, waarbij zij zich willen voegen aan de zijde van [gedaagde] om hun belangen te beschermen die voortvloeien uit een echtscheidingsconvenant. Het gerecht heeft in het incident tot voeging geoordeeld dat de verzoekers belang hebben bij de hoofdzaak en hen toegestaan zich te voegen. In het incident tot tussenkomst is het verzoek afgewezen, omdat de verzoekers geen eigen vordering hebben ingesteld. In de hoofdzaak heeft het gerecht de vordering van [eiser] tot wijziging van het echtscheidingsconvenant en de verdeling van de huwelijksgemeenschap afgewezen. Het gerecht heeft geoordeeld dat de afspraken in het echtscheidingsconvenant rechtskracht behouden en dat de verzoekers geen grond hebben voor hun vorderingen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.