ECLI:NL:HR:2008:BC6692
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Toelating van voeging in cassatie en de gevolgen voor de rechtsstrijd
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 maart 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarin [eiseres 1] verzocht om zich te mogen voegen aan de zijde van [eiseres 2]. De zaak is ontstaan uit een geschil tussen [eiseres 2] en [verweerder], waarbij [verweerder] [eiseres 2] had gedagvaard voor de rechtbank Breda. De rechtbank heeft [eiseres 2] veroordeeld tot betaling aan [verweerder], maar in reconventie heeft zij de vordering van [verweerder] afgewezen. [Eiseres 2] heeft hoger beroep ingesteld, maar het gerechtshof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Hierop heeft [eiseres 2] cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof.
Tijdens de cassatieprocedure heeft [eiseres 1] verzocht om zich te mogen voegen aan de zijde van [eiseres 2], dan wel om tussenkomst. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat voeging in cassatie mogelijk is, mits de derde zich aansluit bij de rechtsstrijd van de partij aan wiens zijde hij zich voegt. Dit in tegenstelling tot tussenkomst, wat in cassatie niet is toegestaan. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat [eiseres 1] een voldoende belang heeft bij voeging, omdat een ongunstige uitkomst voor [eiseres 2] ook haar rechtspositie zou kunnen beïnvloeden.
De Hoge Raad heeft [eiseres 1] toegelaten zich te voegen aan de zijde van [eiseres 2] en de zaak verwezen naar de rol voor voortprocederen. De beslissing omtrent de kosten van het incident is gereserveerd tot de einduitspraak in cassatie. De kosten zijn begroot op € 68,07 aan verschotten en € 800,-- voor salaris aan de zijde van zowel [eiseres 1] als [eiseres 2].