In deze Arubaanse strafzaak is de verdachte veroordeeld voor poging tot doodslag. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 7 september 2018, waarbij de verdachte met hoge snelheid op of in de richting van een politieagent reed. De politieagent kon op het laatste moment opzij springen om niet aangereden te worden. De verdachte is tijdens de rechtszitting bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. H.U. Thielman, terwijl de officier van justitie, mr. W. Bos, een gevangenisstraf van 24 maanden eiste. De verdachte werd beschuldigd van twee feiten, waarbij het eerste feit betrekking had op de poging tot doodslag en het tweede feit op bedreiging van politieagenten. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte werd vrijgesproken van het tweede feit, maar het Gerecht achtte het eerste feit wettig en overtuigend bewezen. De verdachte heeft verklaard dat hij niet opzettelijk de politieagent wilde raken, maar het Gerecht oordeelde dat zijn gedrag een aanmerkelijke kans op de dood van de agent met zich meebracht. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden en het in beslag genomen voertuig is verbeurd verklaard.