ECLI:NL:OGEAA:2019:359

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 juni 2019
Publicatiedatum
24 juni 2019
Zaaknummer
AUA201901691
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ontruiming van een appartement wegens wanbetaling van huur

In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Illes, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. Eiser verhuurt sinds december 2018 een appartement aan gedaagde voor een huurprijs van Afl. 1.800,- per maand. Gedaagde heeft echter sinds januari 2019 geen huur meer betaald. Eiser heeft gedaagde meerdere keren gesommeerd om de achterstallige huur te betalen, maar gedaagde heeft hier geen gehoor aan gegeven.

Eiser vordert in het kort geding dat gedaagde wordt bevolen het appartement binnen drie dagen te ontruimen en een bedrag van Afl. 7.200,- te betalen, vermeerderd met Afl. 1.800,- voor elke maand dat gedaagde na 1 mei 2019 in het appartement blijft. Eiser stelt dat er sprake is van wanprestatie en dat er een spoedeisend belang is om de huurovereenkomst te beëindigen.

De rechter heeft geoordeeld dat het spoedeisend belang van eiser niet is betwist en dat de vordering van eiser niet ongegrond of onrechtmatig is. De rechter heeft bepaald dat gedaagde het appartement binnen 14 dagen na betekening van het vonnis moet ontruimen en dat gedaagde Afl. 7.200,- moet betalen, vermeerderd met Afl. 1.800,- voor elke maand dat gedaagde het appartement niet ontruimt. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn begroot op Afl. 1.683,20. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Dit vonnis is uitgesproken op 19 juni 2019 door mr. M. Schoemaker in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 19 juni 2019
Behorend bij K.G. AUA201901691
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[eiser],
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: eiser,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Illes,
tegen:
[gedaagde],
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: gedaagde,
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Eiser heeft op 21 mei 2019 een verzoekschrift met producties ter griffie ingediend.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 juni 2019, waar mr. Illes namens eiser is verschenen. Gedaagde is, hoewel deugdelijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. Bij de oproeping zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat verstek is verleend.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Eiser verhuurt vanaf december 2018 een appartement, plaatselijk bekend als [adres] appartement [appartement nummer] (hierna: het appartement) aan gedaagde tegen een huurprijs van Afl. 1.800,- per maand, zulks op basis van een schriftelijke huurovereenkomst.
2.2
Gedaagde heeft sinds de maand januari 2019 geen huur betaald.
2.3
De gemachtigde van eiser heeft namens eiser bij brief van 19 maart 2019 gedaagde gesommeerd om de achterstallige huur van op dat moment drie maanden uiterlijk op 22 maart 2019 te betalen. Gedaagde heeft aan deze sommaties geen gehoor gegeven.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiser vordert dat het gerecht - samengevat - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis gedaagde beveelt om het appartement binnen 3 dagen te ontruimen en om aan eiser te betalen het bedrag van Afl. 7.200,-, te vermeerderen met Afl. 1.800,- per maand of gedeelte van een maand dat gedaagde na 1 mei 2018 in het appartement mocht blijven, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
3.2
Eiser heeft gesteld dat gedaagde wanprestatie pleegt en dat eiser een spoedeisend belang heeft om de huurovereenkomst met gedaagde te beëindigen en dat gedaagde het appartement ontruimt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het spoedeisend belang volgt uit de stellingen van eiser en is niet betwist.
4.2
De vordering is niet weersproken en komt het gerecht ongegrond noch onrechtmatig voor, voor zover die in na te noemen zin wordt toegewezen. Daarbij overweegt het gerecht nog dat in een bodemprocedure het oordeel valt te verwachten dat de gestelde en niet weersproken wanprestatie de ontbinding van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst rechtvaardigt, en dat op die grond de ontruimingsvordering van gedaagde zal worden toegewezen. Op grond van de redelijkheid en billijkheid wordt de ontruimingstermijn bepaald op 14 dagen. Gesteld noch gebleken is dat het voor gedaagde onmogelijk is om het gehuurde binnen die termijn te ontruimen.
4.3
Gedaagde dient als de in het ongelijk gestelde partij, de proceskosten die zijn gevallen aan de zijde van eiser te dragen.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
beveelt gedaagde om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis het appartement gelegen te [adres] appartement [appartement nummer] in Aruba te ontruimen, met alle daarin aanwezige personen en goederen, voor zover deze laatste het eigendom van eiser niet zijn,
5.2
veroordeelt gedaagde tot betaling van een bedrag van Afl. 7.200,-, te vermeerderen met Afl.1.800,- voor iedere maand of gedeelte van een maand dat gedaagde het gehuurde na 1 mei 2019 niet zal hebben ontruimd;
5.3
veroordeelt de gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiser begroot op Afl. 450,- aan griffierechten, Afl. 233,20 aan oproepingskosten en Afl. 1.000,- aan salaris gemachtigde;
5.4
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 19 juni 2019 in aanwezigheid van de griffier.