ECLI:NL:OGEAA:2019:845
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in verband met bestuurlijke boete opgelegd aan Curado Trust N.V.
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 december 2019 uitspraak gedaan op een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, ingediend door Curado Trust N.V. en Curado Trust Services N.V. tegen een bestuurlijke boete van Afl. 225.000,- die door de Centrale Bank van Aruba was opgelegd. De boete was het gevolg van overtredingen van de Landsverordening voorkoming en bestrijding van witwassen en terrorismebestrijding, alsook de Landsverordening toezicht trustkantoren. De verzoeksters hebben bezwaar gemaakt tegen de boete en vroegen het Gerecht om de betalingsverplichting op te schorten totdat de boete in rechte vaststaat.
Tijdens de zitting op 13 november 2019 werd het verzoek behandeld. De verzoeksters stelden dat de boete, als punitieve sanctie, mogelijk onterecht was opgelegd en dat betaling tot onomkeerbare gevolgen voor hun bedrijfsvoering zou leiden. Het Gerecht overwoog dat verzoekster sub 2, Curado Trust Services N.V., geen rechtstreeks belang had bij de beschikking van 22 oktober 2019, waardoor het bezwaar van deze verzoekster niet-ontvankelijk werd verklaard.
Ten aanzien van verzoekster sub 1, Curado Trust N.V., oordeelde het Gerecht dat de uitvoering van de beschikking geen onevenredig nadeel met zich meebracht. De verzoekster had aangegeven dat zij over eigen vermogen beschikte en dat betaling van de boete niet leidde tot een acute financiële noodsituatie. Het belang van de Centrale Bank bij handhaving van de wetgeving werd ook meegewogen. Uiteindelijk werd het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.