In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 21 oktober 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres], vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G. de Hoogd, en A.G.S. AVIATION GROUND SERVICES N.V. (hierna: AGS), vertegenwoordigd door mr. A.A.D.A. Carlo. De eiseres vorderde dat AGS zou worden veroordeeld om minimaal 60% van haar loon door te betalen vanaf augustus 2020, zolang de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd. AGS had als gevolg van de coronapandemie de arbeidsovereenkomst van eiseres eenzijdig gewijzigd naar een nul-uren-contract, terwijl zij tegelijkertijd loonsubsidie ontving van de overheid.
Het Gerecht oordeelde dat AGS de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig mocht wijzigen, omdat de wijziging niet gerechtvaardigd was. De rechter volgde de stelling van eiseres dat zij de wijziging van de arbeidsovereenkomst niet had goedgekeurd. Het Gerecht stelde vast dat AGS niet had voldaan aan haar informatieplicht en dat de gevolgen van de pandemie niet zonder meer tot een eenzijdige wijziging van de arbeidsovereenkomst konden leiden. De rechter oordeelde dat eiseres recht had op doorbetaling van haar loon, met inachtneming van de ontvangen FASE-uitkeringen.
Het vonnis concludeerde dat AGS veroordeeld werd om het loon van eiseres door te betalen, zolang zij in aanmerking kwam voor loonsubsidie, en dat de kosten van de procedure voor AGS kwamen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders door eiseres verzochte werd afgewezen.