ECLI:NL:OGEAA:2021:436

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
AUA202101658
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van dwangsommen in kort geding wegens pandemie en arbeidsconflict

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, heeft Aruba Airlines een vordering ingediend tot opheffing van de dwangsommen die aan hen waren opgelegd in een eerder verstekvonnis. Dit vonnis, gewezen op 5 mei 2021, verplichtte Aruba Airlines om de gedaagde, een piloot in dienst, weder te werk te stellen en haar loon door te betalen. De gedaagde had een kort geding aangespannen omdat haar loon was verlaagd tot nihil als gevolg van de Covid-19 pandemie. Aruba Airlines stelde dat het door de pandemie onmogelijk was om de gedaagde weder te werk te stellen, aangezien zij haar bedrijfsvoering had moeten staken en geen vluchten uitvoerde. Het gerecht oordeelde dat Aruba Airlines niet in staat was om aan de veroordeling te voldoen, omdat de omstandigheden rondom de pandemie en de bedrijfsvoering van de luchtvaartmaatschappij dit niet toelieten. De rechter heeft de dwangsommen opgeheven en de kosten van de procedure gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. De uitspraak werd gedaan op 15 september 2021.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 15 september 2021
Behorend bij K.G. AUA202101658
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARUBA LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ N.V. h.o.d.n. Aruba Airlines,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Aruba Airlines,
gemachtigde: advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
[GEDAAGDE],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Gedaagde],
gemachtigde: advocaat mr. C.B.A. Coffie.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 17 juni 2021;
- de brief d.d. 30 augustus 2021 van Aruba Airlines met producties;
- de drie e-mails d.d. 30 augustus 2021 van [gedaagde] met producties;
- de mondelinge behandeling op 31 augustus 2021 waarop partijen hun standpunten, onder de overlegging van een pleitnota, nader hebben toegelicht.
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis wordt gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Aruba Airlines exploiteert een luchtvaartonderneming die (voornamelijk) vanuit Aruba vluchten uitvoert naar bestemmingen in de regio.
2.2 [
Gedaagde] is op grond van een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst op 21 september 2018 bij Aruba Airlines in loondienst getreden. Aanvankelijk is [gedaagde] begonnen in de functie van
first-officer Airbustegen een bruto maandloon van Afl. 3.600,00 per maand. Na het behalen van de
line-check trainingop 17 maart 2020 zou [gedaagde] vanaf 1 april 2020 in dezelfde functie een salaris gaan verdienen van Afl. 7.200,00 per maand (bruto).
2.3
Ten gevolge van de Covid-19 pandemie (hierna: de pandemie) en de door overheden getroffen maatregelen om verspreiding van het coronavirus te voorkomen, heeft Aruba Airlines haar bedrijfsvoering in maart 2020 moeten staken. [Gedaagde] heeft voor het laatst op 23 maart 2020 in haar functie een vlucht uitgevoerd. Tot en met maart 2020 heeft zij haar loon volledig uitbetaald gekregen.
2.4
Bij brief van 24 maart 2020 heeft Aruba Airlines aan [gedaagde] medegedeeld dat, als gevolg van de de door de overheid in verband daarmee getroffen maatregelen, haar loon verlaagd wordt tot nihil. Voor wat betreft de maand mei 2020 heeft [gedaagde] ingestemd met een loonaanpassing.
2.5
Op 24 november 2020 heeft [gedaagde] de training
training session Bmoeten volgen.
2.6
Bij brief d.d. 30 december 2020 aan [gedaagde] heeft Aruba Airlines bericht dat zij met ingang van 31 december 2020 wordt ontslagen omdat (i) [gedaagde] onvoldoende voorbereid was voor de training van 24 november 2020, (ii) [gedaagde] een onvoldoende professionele houding heeft, (iii) [gedaagde] niet heeft voldaan aan de secties 2 en 10 van de arbeidsovereenkomst en (iv) Aruba Airlines niet zou doorgaan met remedial training.
2.7 [
Gedaagde] heeft de brief op 25 februari 2021 ontvangen en (haar gemachtigde) heeft bij brief van 2 maart 2021 de nietigheid van het ontslag ingeroepen.
2.8
Bij verzoekschrift d.d. 25 maart 2021 heeft [gedaagde] het gerecht verzocht om bij vonnis in kort geding Aruba Airlines te veroordelen om (kort gezegd) (i) het loon van Afl. 7.200,00 bruto per maand aan haar door te betalen, (ii) [gedaagde] weder te werk te stellen in haar functie van first- officer en om (iii) [gedaagde] aan te melden voor de aanbevolen
refresher coursedan wel
remedial training, één en ander onder verbeurte van een dwangsom. Aruba Airlines is in de procedure niet verschenen. Bij verstekvonnis van dit gerecht d.d. 5 mei 2021 (hierna: het vonnis) zijn de hiervoor weergegeven vorderingen toegewezen, nu deze niet ongegrond of onrechtmatig waren. Ook de gevorderde dwangsommen zijn toegewezen en wel voor een bedrag van Afl. 2.500,00 voor iedere dag dat Aruba Airlines niet aan de veroordeling voldoet met een maximum van Afl. 500.000,00.
2.9
Op 7 mei 2021 is het vonnis in opdracht van [gedaagde] aan Aruba Airlines betekend.
2.1
Aruba Airlines heeft [gedaagde] niet weder tewerk gesteld in haar functie van first-officer (dan wel in een andere functie) en heeft haar ook niet in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan een refresher course dan wel een remedial training. Om de reden maakt [gedaagde] aanspraak op betaling van de verbeurde dwangsommen, waartoe zij op 17 mei 2021 executoriaal beslag heeft gelegd.
2.11
Door Aruba Airlines is geen verzet ingesteld tegen het bij verstek tegen haar gewezen vonnis.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Aruba Airlines vordert dat het gerecht bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
- de aan Aruba Airlines opgelegde dwangsommen opheft dan wel matigt tot nihil;
- het aan [gedaagde] verbiedt om de tussen partijen bij verstek gewezen uitspraak d.d. 5 mei 2021 te executeren, althans om deze te executeren voor zover dit het bedrag van Afl. 3.480,00 bruto per maand plus vertragingsrente en proceskosten te boven gaat, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van Afl. 1.000.000,00 ten behoeve van Aruba Airlines;
- met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
3.2
Aan de vordering legt Aruba Airlines ten grondslag dat Aruba Airlines ten gevolge van de pandemie noodgedwongen haar bedrijfsvoering heeft stil gelegd en dat zij niet verwacht om voor januari 2022 (een deel van) haar vluchten te hervatten. Alle 22 piloten in dienst van Aruba Airlines zitten om die reden thuis. Het is dus niet mogelijk om [gedaagde] weder te werk te stellen. Omdat Aruba Airlines niet operatief is, is het ook niet mogelijk om [gedaagde] aan te melden voor enige cursus. Om die reden dienen de dwangsommen te worden opgeheven dan wel te worden gematigd. De vordering tot doorbetaling van het volledige loon zal in een bodemprocedure geen standhouden, omdat geen van de werknemers van Aruba Airlines sinds april 2020 het volledige loon krijgt doorbetaald. Om die reden dient de veroordeling tot doorbetaling van het volledige loon te worden geschorst.
3.3 [
Gedaagde] voert hiertegen verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met vordering tot veroordeling van Aruba Airlines in de proceskosten. Op dit verweer zal hierna, voor zover voor de beoordeling van de vorderingen, nader worden ingegaan.

4.DE BEOORDELING

De vordering tot opheffing dan wel matiging van de dwangsommen
4.1
De vordering tot opheffing dan wel matiging van de dwangsommen betreft de dwangsommen die zijn verbonden aan de veroordelingen om (i) [gedaagde] weder te werk te stellen in haar functie van first-officer en om (ii) [gedaagde] aan te melden voor de refresher course dan wel remedial trainingen op kosten van Aruba Airlines. Bij de beoordeling van deze vorderingen stelt het gerecht voorop dat van een onmogelijkheid om aan een veroordeling te voldoen zoals bedoeld in artikel 611d lid 1 Rv., niet alleen sprake is indien nakoming voor de veroordeelde absoluut onmogelijk is, maar ook indien het onredelijk zou zijn om meer inspanningen dan wel zorgvuldigheid te vergen dan de veroordeelde heeft betracht (HR 13 juni 2003, NJ 2003, 521). Met inachtneming van deze norm oordeelt het gerecht als volgt.
- de veroordeling om [gedaagde] weder te werk te stellen
4.2
Aruba Airlines voerde tot en met het voorjaar van 2020 lijnvluchten uit vanuit (voornamelijk) Aruba naar diverse bestemmingen in de regio. Zij heeft in maart 2020 de uitvoering van al haar vluchten noodgedwongen moeten staken ten gevolge van de maatregelen die overheden hadden genomen ter voorkoming van verspreiding van het coronavirus. Van de zijde van [gedaagde] is onvoldoende gemotiveerd betwist dat Aruba Airlines nadien de uitvoering van haar vluchten niet heeft hervat. Voorts heeft Aruba Airlines onbetwist gesteld dat zij in ieder geval tot begin 2022 geen vluchten zal gaan uitvoeren. Het gerecht acht het daarmee voorshands voldoende aannemelijk geworden dat Aruba Airlines momenteel nog steeds geen vluchten uitvoert en dat zij dit de komende maanden ook nog niet zal gaan doen.
4.3
Volgens Aruba Airlines heeft dit voor alle 22 piloten die bij haar in dienst zijn ten gevolge dat zij hun werkzaamheden in ieder geval tot en met eind 2021 niet kunnen uitvoeren. Om die reden geldt ook ten aanzien van [gedaagde] dat het onmogelijk is voor Aruba Airlines om haar op dit moment (weder) te werkte stellen. Dit is reden om de dwangsom ten aanzien van dit onderdeel van de veroordeling op te heffen.
4.4
Naar het oordeel van het gerecht brengt de omstandigheid dat Aruba Airlines sinds het uitbreken van de pandemie haar vluchten nog niet heeft hervat, waardoor er geen werkzaamheden zijn voor de piloten die bij haar in dienst zijn, mee dat het voor Aruba Airlines onmogelijk is om te voldoen aan de veroordeling in het vonnis om [gedaagde] in haar functie van first-officer tewerk te stellen en om haar aldus haar reguliere werkzaamheden te laten uitoefenen.
4.5
Dat de omstandigheid dat Aruba Airlines nog steeds haar vluchten niet heeft hervat het gevolg is van haar eigen keuze en niet het gevolg van enige overheidsmaatregel, zoals van de zijde van [gedaagde] is aangevoerd, doet aan dat oordeel niet af. Naar aanleiding van dit verweer heeft Aruba Airlines gesteld dat het voor haar op dit moment niet mogelijk is om haar vluchten rendabel uit te voeren en dat zij er om die reden voor heeft gekozen om, anders dan andere luchtvaartmaatschappijen, nog geen vluchten uit te voeren. Dit laatste is onvoldoende gemotiveerd door [gedaagde] betwist, zodat het gerecht het voorshands voldoende aannemelijk acht dat Aruba Airlines op bedrijfseconomische gronden in redelijkheid heeft kunnen besluiten haar vluchten voorlopig nog niet te hervatten. Daarmee vindt de onmogelijkheid om Aruba Airlines weder te werk te stellen zijn grond in een op objectieve gronden genomen beslissing, die bovendien op geen enkele wijze in verband staat met het arbeidsgeschil met [gedaagde] en de in verband daarmee in het vonnis opgelegde verplichting tot wedertewerkstelling. Anders dan Aruba Airlines lijkt te willen stellen (pleitnota 24) brengt de verplichting om aan de veroordeling in het vonnis om [gedaagde] weder te werk te stellen en om zich daarvoor de nodige inspanningen te getroosten, niet mee dat Aruba Airlines in afwijking van haar bedrijfseconomische afwegingen haar bedrijfsvoering geheel dan wel gedeeltelijk dient te hervatten. Daarmee zou meer inspanning worden gevergd dan redelijk is.
4.6
Ook het feit dat er incidenteel vluchten zijn uitgevoerd waarvoor andere piloten zijn geselecteerd dan [gedaagde], leidt - anders dan door [gedaagde] is betoogd - niet tot het oordeel dat het voor Aruba Airlines op dit punt mogelijk was om aan het vonnis te voldoen. Op grond van hetgeen hieromtrent ter zitting ter sprake is gekomen, is voorshands het volgende voldoende aannemelijk geworden. Om hun licentie om te vliegen te kunnen behouden, moeten piloten enerzijds een minimaal aantal vluchten uitvoeren en anderzijds voldoen aan bepaalde trainingsvereisten (zie hieronder, nr. 4.9). Aruba Airlines heeft ervoor gekozen om in ieder geval vier piloten, die binnen Aruba Airlines ook fungeren als instructeur, hun licentie te laten behouden. Deze piloten zijn dan in staat om de vliegtuigen van Aruba Airlines - ook gedurende de periode dat zij nog niet operationeel is - te vliegen indien dat nodig is in verband met bijvoorbeeld onderhoud. Bovendien zullen deze instructeurs de overige piloten te zijner tijd na de hervatting van de werkzaamheden op hun eerste vluchten begeleiden. Om die reden zijn de betreffende vier piloten c.q. instructeurs in staat gesteld om hun vaardigheden op peil te houden. Zij zijn met een toestel van Aruba Airlines naar Miami gevlogen, waar de vluchtsimulator staat.
4.7
Naar het oordeel van het gerecht volgt uit het voorgaande dat de vluchten die aldus worden uitgevoerd, op incidentele basis plaatsvinden. [Gedaagde] heeft bovendien zelf gesteld dat er na het wijzen van dit vonnis aldus één vlucht is uitgevoerd. Naar het oordeel van het gerecht heeft Aruba Airlines er op goede gronden voor kunnen kiezen om slechts een aantal piloten die als instructeur binnen Aruba Airlines fungeren, in staat te stellen om hun licentie te behouden. Het verweer van [gedaagde] dat Aruba Airlines een andere keuze had moeten maken om aan het vonnis te voldoen, wordt om die reden verworpen. Daar komt bij dat ook in het geval Aruba Airlines ervoor zou hebben gekozen om [gedaagde] voor die incidentele vluchten te selecteren - waartoe Aruba Airlines volgens [gedaagde] op grond van het vonnis gehouden was -, dat [gedaagde] door dat incidentele karakter van de vluchten nog niet in staat zou zijn gesteld om haar werkzaamheden als piloot in volle omvang uit te voeren. Aruba Airlines zou dan nog steeds niet aan het vonnis hebben voldaan, zodat ook om die reden Aruba Airlines niet gehouden was om [gedaagde] voor de incidentele vluchten te selecteren.
4.8
De slotsom van het voorgaande is dan ook dat het voor Aruba Airlines vanaf het wijzen van het vonnis onmogelijk was om te voldoen aan de veroordeling in het vonnis om [gedaagde] in haar functie van first-officer tewerk te stellen, zodat de dwangsom die aan de veroordeling is verbonden hierna zal worden opgeheven met ingang van de datum van het wijzen van het vonnis.
- de veroordeling om [gedaagde] toe te laten tot de refresher course dan wel remedial trainingen
4.9
Op grond van het partijdebat ter zitting is voorshands het volgende aannemelijk geworden.
Om hun vliegbevoegdheid te behouden gelden er voor piloten vereisten ten aanzien van het aantal trainingen die zij moeten volgen alsmede ten aanzien van het aantal vliegbewegingen die zij moeten uitvoeren. Ten aanzien van de trainingen geldt dat zij iedere 6 maanden een zogenaamde
recurrent trainingmoeten volgen. Tijdens deze training worden bepaalde vaardigheden geoefend. In een cyclus van 36 maanden dienen tijdens de recurrent trainingen alle voorgeschreven vaardigheden te zijn geoefend. Daarnaast moet een piloot in een periode van 90 dagen minimaal 3 starts en 3 landingen hebben gedaan. Indien een piloot aan het laatste vereiste niet voldoet, dan zal hij - alvorens bevoegd te zijn om weer te gaan vliegen - een zogenaamde refresher course moeten volgen. De duur en inhoud van deze refresher course is afhankelijk van de duur van de periode dat de piloot niet heeft gevlogen. Remedial trainingen dienen ter ondersteuning van de recurrent dan wel de refresher courses.
4.1
In aanvulling van het bovenstaande heeft Aruba Airlines desgevraagd en onbetwist gesteld dat het de bedoeling is dat je na het met goed gevolg volgen van een refresher course weer gaat vliegen. Als je binnen de daarop volgende periode van 90 dagen niet minimaal 3 starts en 3 landingen maakt, moet je opnieuw een refresher course doen.
4.11
Strekking van het volgen van een refresher course en daarmee van de toegewezen vordering om deze cursus aan [gedaagde] aan te bieden, is derhalve om [gedaagde] weer de bevoegdheid geven om te gaan vliegen en om aldus haar werkzaamheden als first-officer daadwerkelijk te kunnen uit te voeren. De onmogelijk van Aruba Airlines om [gedaagde] te werk te stellen in haar functie, omdat Aruba Airlines op dit moment haar bedrijfsvoering heeft gestaakt, strekt zich daarmee ook uit tot de refresher course, die immers een onverbrekelijk onderdeel is van de hervatting van de reguliere werkzaamheden van [gedaagde]. Om de refresher course aan haar doel te laten beantwoorden, zou Aruba Airlines [gedaagde] ook in staat moeten stellen om weer vluchten te gaan uitvoeren. Zoals in nummer 4.5 is overwogen, zou daarmee meer inspanning worden gevergd dan redelijk is.
4.12
De slotsom van het voorgaande is dan ook dat het voor Aruba Airlines vanaf het wijzen van het vonnis onmogelijk was om te voldoen aan de veroordeling in het vonnis om [gedaagde] als onderdeel van haar reguliere werkzaamheden toe te laten tot de refresher course, zodat de dwangsom die aan de veroordeling is verbonden hierna zal worden opgeheven met ingang van de datum van het wijzen van het vonnis.
De vordering tot schorsing van de executie van de veroordeling tot loondoorbetaling
4.13
De vordering om het aan [gedaagde] te verbieden om het vonnis te executeren, althans voor zover die veroordeling het bedrag van Afl. 3.480,00 te boven gaat, heeft betrekking op de veroordeling tot doorbetaling van het reguliere salaris van [gedaagde] zolang de arbeidsovereenkomst niet is beëindigd.
4.14
In een kort geding over de tenuitvoerlegging van een uitspraak die in kracht van gewijsde is gegaan, geldt dat de schorsing alleen kan worden uitgesproken indien de (verdere) uitvoering misbruik van bevoegdheid oplevert (HR 20 december 2019; ECLI:NL:HR:2019:2026, rov. 5.8 onder e.).
4.15
Dat in dit geval schorsing wordt gevorderd van een in kort geding gewezen verstekvonnis, waarbij geen integrale beoordeling van de toegewezen vordering en geen afweging van de wederzijdse belangen van partijen heeft plaatsgevonden, maakt dit niet anders. Aruba Airlines had immers de mogelijkheid om verzet tegen het vonnis in te stellen, waarna die beoordeling en afweging in de verzetprocedure hadden kunnen plaatsvinden. Een executiegeschil als het onderhavige dient niet als een verkapt rechtsmiddel te fungeren.
4.16
Van misbruik van bevoegdheid is onder meer sprake indien de ten uitvoer te leggen uitspraak klaarblijkelijk berust op een juridische of feitelijke misslag dan wel indien door de tenuitvoerlegging door na de uitspraak voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal ontstaan (HR 22 april 1983, ECLI:NL:HR:1983:AG4575,
Ritzen/Hoekstra). Naast deze gevallen kan er echter ook in andere gevallen sprake zijn van een situatie waarin de partij, die bevoegd is een uitspraak ten uitvoer te leggen, naar redelijkheid niet tot die uitoefening kan komen en dus haar bevoegdheid misbruikt, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang van de executant bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad (HR 20 december 2019; ECLI:NL:HR:2019:2026, rov. 5.7.2; in dezelfde zin al eerder GEA Aruba 18 sep 2019; ECLI:NL:OGEAA:2019:592).
4.17
In het vonnis is Aruba Airlines veroordeeld om aan [gedaagde] haar loon voor 100% door te betalen. Omtrent deze veroordeling heeft Aruba Airlines gesteld dat in een bodemprocedure deze veroordeling niet zal worden gevolgd, omdat aan de overige werknemers ook slechts 60% van het loon (waarbij het loon ten hoogste wordt gesteld op het maximale dagloon van Afl. 5800,00 per maand) wordt betaald, zolang Aruba Airlines wegens de Covid-19 pandemie haar bedrijfsvoering gestaakt houdt (verzoekschrift, 14). Toewijzing van de vordering in deze procedure, betekent feitelijk dat [gedaagde] in een betere positie zal komen te verkeren dan de andere medewerkers, waartoe geen rechtvaardiging bestaat, aldus Aruba Airlines.
4.18
Aldus heeft Aruba Airlines geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat [gedaagde] haar bevoegdheid tot de tenuitvoerlegging misbruikt. Ook al zou de stelling van Aruba Airlines juist zijn dat naar alle waarschijnlijkheid in een bodemzaak de vordering tot doorbetaling van loon niet volledig zal worden toegewezen, dan levert de tenuitvoerlegging van het in kort geding gewezen vonnis op zichzelf nog geen misbruik van bevoegdheid op. Niet is duidelijk welke belangen van Aruba Airlines eventueel (kunnen) worden geschaad indien [gedaagde] door de tenuitvoerlegging van het vonnis vooruitlopend op de bodemzaak in een betere positie kan komen te verkeren dan de overige werknemers van Aruba Airlines. Dit onderdeel van het gevorderde zal dan ook worden afgewezen.
4.19
Nu beide partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, zal het gerecht de kosten van de procedure compenseren, in dier voege dat ieder de partijen de eigen kosten draagt.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht recht doende in kort geding:
5.1
heft op de dwangsommen die in het tussen partijen bij verstek gewezen vonnis d.d. 5 mei 2021 aan Aruba Airlines zijn opgelegd met ingang van de datum van dat vonnis;
5.2
compenseert de kosten van de procedure in dier voege dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 15 september 2021 in aanwezigheid van de griffier.
Datum uitspraak: 15 september 2021
Instantie: Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Zaaknummer: AR nr. AUA202101658
Inhoudsindicatie: civiel, opheffing, pandemie.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: Civiel
Rechter: mr. J.J. Verhoeven
Bijzondere kenmerken: