Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift met producties, ingediend ter griffie op 3 november 2021;
- het verweerschrift van [gedaagde], dat ook vorderingen in reconventie bevat, met producties;
- de e-mail van het Land met producties;
- de pleitaantekeningen van partijen;
- de mondelinge behandeling van 25 november 2021;
- het proces-verbaal van 25 november 2021.
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.1 beveelt het Land om aan [gedaagde] een optie te verlenen op het verkrijgen in erfpacht van het perceel [perceel], uitgaande van de optievoorwaarden zoals deze op 26 augustus 1994 golden, en van een grond- onderscheidenlijk woningwaarde van Afl. 76.160,-, onderscheidenlijk nihil;
5.DE UITSPRAAK:
3.HET GESCHIL
- primair: [gedaagde] te verbieden de dwangsommen uit het vonnis van september 2021 te executeren, dan wel deze dwangsom op te heffen;
- subsidiair: de looptijd van de dwangsom op te schorten gedurende een door het gerecht te bepalen termijn;
- meer subsidiair: de dwangsom te matigen tot nihil.
- het vonnis van september 2021 geheel executoriaal te verklaren;
- het Land te veroordelen een recht van optie te verlenen aan [gedaagde], met de voorwaarden zoals opgenomen in productie 5 bij conclusie van antwoord;
- voor recht te verklaren dat het Land vanaf 20 oktober 2021 dwangsommen heeft verbeurd, ter hoogte van Afl. 1.000,- per dag, met een maximum van Afl. 100.000,-;
- het Land te veroordelen tot betaling van Afl. 37.000,- binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis, ter zake van reeds verbeurde dwangsommen;
- de dwangsom uit het vonnis van september 2021 met ingang van 14 dagen na betekening van dit vonnis te verhogen naar Afl. 2.000,- per dag, met een maximum van Afl. 200.000,-.
4.DE BEOORDELING
r.o. 3.5).