Uitspraak
Vonnis van dit Gerecht
[verdachte],
of omstreeks5 september 2020 in Aruba, een
pistool ofrevolver en
/of
(o)n
(en
),
in elk geval een vuurwapen en/of munitie
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de
vierentwintig [24] maanden;
(6) maanden.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze Arubaanse strafzaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg op 17 maart 2021 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot doodslag en zware mishandeling. De verdachte werd vrijgesproken van de poging tot doodslag en zware mishandeling, omdat het Gerecht, in overeenstemming met de officier van justitie en de raadsman, oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had gepleegd. De verdachte had op 5 september 2020 een vuurwapen op de aangever gericht en geschoten, maar het Gerecht kon niet vaststellen of dit opzettelijk was gebeurd of dat het wapen per ongeluk was afgegaan tijdens een worsteling. De wisselende verklaringen van de aangever en de verdachte leidden tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was voor (voorwaardelijk) opzet.
Wel werd de verdachte veroordeeld voor het voorhanden hebben van een geladen vuurwapen, wat een ernstige inbreuk op de rechtsorde met zich meebrengt. Het Gerecht legde een gevangenisstraf van 24 maanden op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Daarnaast werd de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf gelast, omdat de verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit.