Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
CENTRALE BANK VAN ARUBA,
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
De feiten
Ingevolge artikel 3, eerste lid, aanhef en onder d, verrichten dienstverleners ter voorkoming en bestrijding van witwassen, terrorismefinanciering en proliferatiefinanciering een cliëntenonderzoek dat in ieder geval omvat: de verrichting van doorlopende controle op de zakelijke relatie en de tijdens de duur van deze relatie verrichte transacties, teneinde te verzekeren dat deze overeenkomen met de kennis die de dienstverlener heeft van de cliënt en de uiteindelijke belanghebbende, van hun risicoprofiel, met, in voorkomend geval, een onderzoek naar de bron van het bij de transactie of zakelijke relatie gemoeide vermogen.
Ingevolge artikel 6, tweede lid, aanhef en onder e, verricht een aangewezen niet-financiële dienstverlener een cliëntenonderzoek indien het een casino betreft, het verrichten van contante transacties met een waarde van Afl. 5.000,- of meer.
Ingevolge artikel 8, eerste lid, verricht een dienstverlener een cliëntenonderzoek voordat de zakelijke relatie wordt aangegaan of een incidentele transactie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen b of c, dan wel een transactie als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdelen a tot en met g, wordt uitgevoerd. Ingevolge artikel 11, eerste lid, aanhef en onder a, verricht een dienstverlener een verscherpt cliëntenonderzoek, indien en naar gelang een zakelijke relatie of transactie naar hun aard een hoger risico op witwassen, terrorismefinanciering of proliferatiefinanciering met zich brengt. Het verscherpte cliëntenonderzoek wordt zowel voorafgaand aan de zakelijke relatie of de transactie, als gedurende de zakelijke relatie verricht in ieder geval in de navolgende situaties: a. behoudens de gevallen genoemd in artikel 10, indien een cliënt of uiteindelijk belanghebbende geen ingezetene van Aruba is, respectievelijk niet in Aruba gevestigd is. Ingevolge artikel 25 stelt de minister, na overleg met het Meldpunt en zo nodig per daarbij te onderscheiden groepen dienstverleners of categorieën transacties, indicatoren vast aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een transactie wordt aangemerkt als een ongebruikelijke transactie. Ingevolge artikel 26, eerste lid, meldt een dienstverlener een verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie onverwijld nadat het ongebruikelijke karakter van de transactie hem bekend is geworden, aan het Meldpunt.
Ingevolge artikel 37, eerste lid, voor zover thans van belang, kan de Bank ter zake van de overtreding van bij of krachtens artikel 3 tot en met 6, eerste, tweede of vierde lid, 8, eerste lid, 11 tot en met 19 en 26 gestelde voorschriften, een last onder dwangsom opleggen.
Ingevolge het tweede lid kan de Bank ter zake van de in het eerste lid bedoelde feiten ook een bestuurlijke boete kan opleggen van ten hoogste Afl. 1.000.000,-.
Ingevolge het vijfde lid worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, regels gesteld met betrekking tot de grondslagen voor de vaststelling van de hoogte van de bestuurlijke boete per overtreding. De overtredingen worden gerangschikt in categorieën naar zwaarte van de overtreding met de daarbij behorende basisbedragen, minimumbedragen en maximumbedragen.
- De boete wordt niet verminderd indien deze minder bedraagt dan Afl. 200,-. In dat geval wordt volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden.