ECLI:NL:OGEAA:2024:137

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 april 2024
Publicatiedatum
6 juni 2024
Zaaknummer
AUA202301846
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopig deskundigenbericht in geschil over laboratoriumtarieven

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 16 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht. De verzoeksters, bestaande uit de vereniging VPLA en verschillende laboratoria, hebben het verzoek ingediend in het kader van een geschil met het Uitvoeringsorgaan Algemene Ziektekostenverzekering (UAZV) over de invoering van nieuwe laboratoriumtarieven. De VPLA c.s. hebben betoogd dat de nieuwe tarieven, die door het UAZV zijn voorgesteld, niet redelijk en reëel zijn en hebben om een deskundigenbericht gevraagd om hun proceskansen te verbeteren. Het UAZV heeft het verzoek bestreden en aangevoerd dat het verzoek in strijd is met de goede procesorde en dat de VPLA c.s. geen belang hebben bij het verzoek.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de VPLA c.s. al beschikken over deskundigenrapporten die hen in staat stellen hun proceskansen te beoordelen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het verzoek tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht moet worden afgewezen, omdat het verzoek strijdig is met de goede procesorde. De VPLA c.s. zijn als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op Afl. 2.500,-, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen aan de veroordeling wordt voldaan. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 16 april 2024
Behorend bij E.J. nr. AUA202301846
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in het verzoek ex artikel 176 Rv tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht van:

1.de vereniging VERENIGING PRIVATE LABORATORIA ARUBA,

hierna te noemen: VPLA,
2. de naamloze vennootschap
NOORD LAB CENTER N.V.,
handelende onder de naam Medlab
,
hierna te noemen: Medlab,
3. de naamloze vennootschap
LDS LABORATORIO DI SERVICIO N.V.,
hierna te noemen: LDS,
4. de naamloze vennootschap
I.L. LABORATORIO FAMILIAR N.V.,
hierna te noemen: LABFAM,
5. de naamloze vennootschap
ALPHA INTERLAB CENTER N.V.,
hierna te noemen: ALPHA,
allen gevestigd en kantoorhoudende te Aruba,
VERZOEKSTERS,
hierna gezamenlijk ook te noemen: VPLA c.s.,
gemachtigde: de advocaat mr. J.P. Sjiem Fat,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
UITVOERINGSORGAAN ALGEMENE ZIEKTEKOSTENVERZEKERING,
gevestigd en kantoorhoudende te Aruba,
VERWEERSTER,
hierna te noemen: UAZV,
gemachtigde: de advocaat mr. ir. T.L.H. Peeters Msc.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 31 mei 2023;
- het verweerschrift met producties, ingediend op 22 augustus 2023;
- de producties aan de zijde van verzoeksters, overgelegd bij brief van 19 oktober 2023;
- de mondelinge behandeling van de zaak ter zitting van 17 november 2023, alwaar VPLA c.s. zijn verschenen bij de heer [verzoekster], bijgestaan door mr. J.P. Sjiem Fat, en het UAZV is verschenen bij mevrouw [verweerster 1], de heer [verweerder 1], de heer [verweerder 2] en mevrouw [verweerster 2], bijgestaan door mr. ir. T.L.H. Peeters.
Beide partijen hebben ter gelegenheid van de mondelinge behandeling de standpunten nader toegelicht aan de hand van pleitnotities, die aan het Gerecht zijn overhandigd en aan het procesdossier zijn toegevoegd.
1.2
Na de mondelinge behandeling is de zaak aangehouden tot 28 november 2023 voor het overleggen van een akte aan de zijde van beide partijen over de te benoemen derde deskundige voor zover het Gerecht daartoe zou besluiten.
1.3
Daarna is van beide partijen een akte ontvangen.
1.4
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
De VPLA is een vereniging, die de belangen van de bestaande private laboratoria in Aruba behartigt door (onder meer) het onderhandelen met de zorgverzekeraars. De private laboratoria Medlab, LDS, Labfam en Alpha zijn leden van de VPLA.
2.2
Het UAZV is op grond van artikel 2 van de Landsverordening algemene ziektekostenverzekering (hierna: Landsverordening) belast met het beheer van het Algemeen Fonds Ziektekosten.
Ingevolge de Memorie van Toelichting (hierna: MvT) op de Landsverordening worden met de Landsverordening de volgende doelstellingen beoogd:
een voor iedereen gelijke toegankelijkheid van gezondheidszorg, ongeacht inkomen, leeftijd en ziekterisico,
het komen tot en behouden van een kwalitatief goede gezondheidszorg, zonder verspillingen en overbodige consumptie,
meer uniformiteit in de uitvoering van de financiële afwikkeling van de ziektekosten,
het komen tot beheersbare kosten van de gezondheidzorg.
Het is de taak van het UAZV om de doelstellingen te realiseren. De tussen UAZV en de dienstverleners gesloten overeenkomsten nemen in het bereiken van dat doel een centrale – instrumentele – plaats in, omdat hierin afspraken worden gemaakt over de kwaliteit van de dienstverlening en de prijs die daartegenover staat. Als criterium wordt in de MvT genoemd dat die prijs reëel en aanvaardbaar dient te zijn.
2.3
De VPLA-leden hebben jarenlang 1e- en 2de-lijn laboratoriumdiensten verleend aan UAZV-verzekerden. De vergoedingen voor de geleverde diensten aan de VPLA-leden waren gebaseerd op het Tarievenbesluit Laboratorium (AB 1991, no. 64).
2.4
In 2016 is het UAZV met de firma Performation gaan samenwerken aan de totstandkoming van nieuwe marktconforme laboratoriumtarieven. Door het UAZV is besloten dat daarbij aansluiting zal worden gezocht bij de tarievenstructuur van de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa).
2.5
Aan de VPLA-leden is vanaf 2019/2020 door middel van diverse budgetbrieven gecommuniceerd dat het bestaande tarievenstelsel zal worden aangepast, dat het nieuwe tarievenstelsel gebaseerd is op de coderingsystematiek van de NZa en dat het nieuwe systeem zal worden ingevoerd per 1 mei 2023.
2.6
Op 17 maart 2023 is het rapport “Marktconforme laboratorium tarieven Aruba” van Performation gepresenteerd aan alle laboratoria. Naar aanleiding hiervan hebben de laboratoria vragen gesteld over de totstandkoming en inhoud van de marktconforme tarieven in een zogenaamde Q&A, welke is vastgelegd in de bijlage “Vragen en antwoorden over de totstandkoming van tarieven laboratoriumdiagnostiek”. Naar aanleiding van deze Q&A is het nieuwe marktconforme tarievenstelsel nog op onderdelen aangepast.
2.7
VPLA c.s. hebben door middel van diverse brieven geprotesteerd tegen de invoering van het nieuwe tarievenstel per 1 mei 2023. Daarbij hebben zij het UAZV (onder meer) verzocht om die invoering aan te houden en om in onderhandeling met hen te treden over de aanpassing van de tarieven. Het UAZV heeft naar aanleiding hiervan VPLA c.s. geïnformeerd de invoering enkel te zullen aanhouden om partijen in de gelegenheid te stellen met elkaar in overleg te treden over de effecten van de implementatie van het nieuwe tarievenstelsel om zodoende voor elk individueel laboratorium tot een overgangsregeling te komen.
2.8
Op 26 mei 2023 hebben VPLA c.s. een kort geding (kenmerk AUA202301841) aanhangig gemaakt tegen het UAZV. In dat kort geding hebben zij – voor zover hier van belang – gevorderd het UAZV te verbieden om een exclusieve overeenkomst aan te gaan voor verlening van 2e-lijnsdiensten met een derde partij, UAZV te verbieden een nieuwe tariefstructuur te implementeren zolang geen voorlopig deskundigenbericht is uitgebracht of een bindende beslissing is genomen door een geschillencommissie, alsmede UAZV te bevelen de oude tarieven voor de 1e en 2e-lijnsdiensten te blijven betalen aan de VPLA-leden.
2.9
Op 31 mei 2023 hebben VPLA c.s. het Gerecht om een voorlopig deskundigenbericht verzocht.
2.1
VPLA c.s. hebben de deskundige [deskundige] (hierna: ook [deskundige]) van Reliant Corporate Finance & Accountancy een rapport laten opstellen met ‘factual findings’ over de “Implementation of NZA-tariffs in Aruba”. In dit rapport (gedateerd 26 juni 2023) concludeert Boom – kort gezegd – dat door de invoering van het nieuwe tarievenstelsel door UAZV, gecombineerd met het exclusief gunnen van alle 2e-lijn laboratoriumdiensten aan SZA, er voor de leden van VPLA dreigt dat zij in de rode cijfers geraken en serieus bedreigd worden in hun voortbestaan.
2.11
Bij vonnis van 18 augustus 2023 (kenmerk AUA202301841) heeft de kort geding rechter de vorderingen van VPLA c.s. integraal afgewezen.

3.HET GESCHIL

3.1.1
VPLA c.s. verzoeken het Gerecht om bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad een voorlopig deskundigenbericht te bevelen met benoeming van een commissie van deskundigen bestaande uit:
  • de heer [dskundige] van het kantoor Reliant Corporate Finance & Accounting als deskundige zijdens verzoeksters,
  • de firma Performation als deskundige zijdens UAZV,
  • een derde door het Gerecht aan te wijzen deskundige.
3.1.2
VPLA c.s. verzoeken daarnaast om de navolgende vragen aan de deskundigen voor te leggen en hen te verzoeken daarover een voorlopig deskundigenbericht uit te brengen:
Vinden de deskundigen de tarieven conform Tarievenbesluit Landslaboratorium (hierna ook “de bestaande tarieven”) redelijk en reëel? Onder redelijke en reële tarieven dient hierbij te worden uitgegaan van tarieven, die een redelijk efficiënt opererend laboratorium in staat stellen om de betreffende diensten met de vereiste kwaliteit te leveren;
Vinden de deskundigen de nieuwe tariefstructuur en de nieuwe tarieven, die het UAZV wil invoeren (hierna ook: “de nieuwe tarieven”) redelijk en reëel? Onder redelijke en reële tarieven dient hierbij opnieuw te worden uitgegaan van tarieven, die een redelijk efficiënt opererend laboratorium in staat stellen om de betreffende diensten met de vereiste kwaliteit te leveren. Kunnen de deskundigen bij de beantwoording van deze vraag zowel het scenario waarbij de VPLA-leden worden uitgesloten van het verlenen van 2e-lijnsdiensten, als het scenario waarbij het de VPLA-leden wordt toegestaan om door te gaan met het verlenen van 2e-lijnsdiensten behandelen?
Hoe verhouden de vorengenoemde bestaande tarieven en de nieuwe tarieven zich met de op Curaçao, Bonaire en Sint Maarten geldende laboratoriumtarieven en met de in Nederland geldende NZa laboratoriumtarieven?
Vinden de deskundigen benchmarking van Arubaanse tarieven met de in Nederland geldende NZa tarieven redelijk, of vinden de deskundigen benchmarking met de op Curaçao, Bonaire en Sint Maarten geldende laboratoriumtarieven redelijker?
3.2
Het UAZV verzoekt het Gerecht om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • het verzoek van VPLA c.s. af te wijzen, althans VPLA c.s. niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek;
  • VPLA c.s. hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van deze procedure te veroordelen waaronder in de nakosten, met bepaling dat over de kostenveroordeling de wettelijke rente verschuldigd is met ingang van de datum van de in dezen te wijzen beschikking indien deze niet binnen een termijn van twee weken nadien betaald wordt.
Daartoe voert het UAZV - kort samengevat - aan dat het verzoek strijdigheid met de goede procesorde en misbruik van bevoegdheid oplevert en dat VPLA c.s. geen belang hebben bij het verzoek.
Voor zover het Gerecht toch besluit een deskundigenbericht te bevelen, heeft het UAZV gemotiveerd aangevoerd waarom de aan de deskundigen te geven opdracht niet kan luiden zoals door VPLA c.s. verzocht.
3.3
Het Gerecht zal hierna, voor zover voor de beoordeling van het verzoek van belang, nader ingaan op de standpunten van partijen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Tussen VPLA c.s. en het UAZV bestaat onenigheid over het nieuwe tarievenstelsel dat het UAZV als zorgverzekeraar beoogt in te voeren voor de door de leden van VPLA te verlenen diensten. Terwijl het UAZV zich op het standpunt stelt dat het door haar samen met Performation ontwikkelde nieuwe tarievenstelsel, dat is gebenchmarkt met de tarieven van de NZa, reëel en aanvaardbaar is, meent VPLA c.s. dat uit het onderzoek van de door hen ingeschakelde deskundige [deskundige] het tegendeel blijkt.
4.2
VPLA c.s. hebben in het kader van deze procedure kenbaar gemaakt dat zij met het oog op hun bezwaren tegen het nieuwe tarievenstelsel behoefte hebben aan een voorlopig deskundigenbericht. Volgens VPLA c.s. betreft de vraag of het nieuwe tarievenstelsel reële tarieven oplevert een specialistische materie waarover in het bestek van de reeds gevoerde kort geding procedure onvoldoende onderzoek kon worden gedaan. Teneinde hun proceskansen te kunnen beoordelen in een bodemprocedure tegen het UAZV over de invoering van het nieuwe tarievenstelsel, wensen VPLA c.s. dat het Gerecht een commissie van drie deskundigen benoemt, zoals voorgesteld, die het door het UAZV in te voeren tarievenstelsel zal onderzoeken en hun visie zal geven of de daarin opgenomen tarieven redelijk en reëel zijn.
4.3
Op grond van artikel 176, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan, voordat een zaak aanhangig is, op verzoek van de belanghebbende een voorlopig bericht of verhoor van deskundigen worden bevolen.
4.4
In beginsel geldt dat een verzoek tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht moet worden toegewezen, indien het ter zake dienend en voldoende concreet is en feiten betreft die met het deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden. Een verzoek tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht kan worden afgewezen als sprake is van strijd met de goede procesorde, misbruik van bevoegdheid of van een ander zwaarwichtig bezwaar dat zich tegen toewijzing van het verzoek verzet. Op grond van artikel 3:303 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) geldt ook voor het verzoek tot het bevelen van een voorlopig deskundigenonderzoek als vereiste dat daarbij belang moet bestaan. Aan de rechter die heeft te oordelen over een dergelijk verzoek, komt geen discretionaire bevoegdheid toe.
4.5
Het Gerecht stelt voorop dat de doelstelling van een voorlopige deskundigenbericht (onder meer) is om een partij de mogelijkheid te verschaffen informatie te verzamelen over de voor de beslissing van het geschil relevante feiten en omstandigheden en aldus beter haar proceskansen te kunnen beoordelen.
4.6
Ter beantwoording ligt voor de vraag of een voorlopig deskundigenbericht al dan niet moet worden bevolen.
4.6.1
In dit geval hebben VPLA c.s. al een deskundige ([deskundige]) ingeschakeld die een onderzoek heeft gedaan naar en een rapport heeft uitgebracht over het nieuwe tarievenstelsel. Naar het oordeel van het Gerecht moeten VPLA c.s. in staat worden geacht daarmee hun proceskansen te kunnen beoordelen. VPLA c.s. hebben geen argumenten aangedragen op basis waarvan moet worden geoordeeld dat zij ondanks alle beschikbare informatie dat niet kunnen.
4.6.2
Daarnaast beschikken VPLA c.s. ook over het deskundigenrapport van Performation.
VPLA c.s. en het UAZV hebben al in de procedure in kort geding aan de hand van deze twee deskundigenrapporten enigszins kunnen debatteren over elkaars standpunten met betrekking tot het nieuwe tarievenstelsel. Naar het oordeel van het Gerecht moet uit oogpunt van procesefficiency het partijdebat nu in een bodemprocedure plaatsvinden, waar partijen uitgebreid op elkaars standpunten kunnen reageren en waar de onderzoeksresultaten van Performation en [deskundige] uitvoerig aan de orde kunnen komen. Het is dan ook aan de bodemrechter om aan de hand van dat partijdebat te bepalen of hij voldoende informatie heeft om een oordeel te kunnen geven over het partijgeschil of dat hij daarvoor specifieke aanvullende informatie behoeft van een (derde) onafhankelijke deskundige.
4.6.3
Het is dan ook om de in 4.6.1 en 4.6.2 genoemde redenen dat het Gerecht van oordeel is dat het belang dat gemoeid is met efficiënte procesvoering zich tegen toekenning van het verzochte voorlopig deskundigenbericht verzet. Het verzoek zal daarom als in strijd met de goede procesorde worden afgewezen.
4.7
VPLA c.s. zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, hoofdelijk worden veroordeeld in de proceskosten (waaronder ook de nakosten). De kosten van de procedure aan de zijde van het UAZV worden tot dusver begroot op Afl. 2.500,- aan gemachtigdensalaris (2 punten, tarief 5). Volgens vaste rechtspraak (zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853) levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. Duidelijkheidshalve zal het Gerecht deze kosten echter begroten op Afl. 250,- aan nasalaris gemachtigde, vermeerderd met Afl. 150,- in geval van betekening van deze beschikking aan VPLA c.s.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
wijst het verzoek af;
veroordeelt VPLA c.s. hoofdelijk, dat wil zeggen dat als de één heeft betaald de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van UAZV vastgesteld op Afl. 2.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag indien niet binnen veertien dagen na de datum van deze beschikking vrijwillig aan deze veroordeling is voldaan;
veroordeelt VPLA c.s. hoofdelijk, dat wil zeggen dat als de één heeft betaald de ander zal zijn bevrijd, tot betaling van een bedrag van Afl. 250,- aan nasalaris gemachtigde, vermeerderd met Afl. 150,- in geval van betekening van deze beschikking aan VPLA c.s.;
verklaart deze beschikking ten aanzien van de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Martijn, rechter, en werd in het openbaar uitgesproken op dinsdag 16 april 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.