ECLI:NL:OGEAA:2024:176

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 april 2024
Publicatiedatum
29 augustus 2024
Zaaknummer
651 van 2023
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
  • S.M. Eman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van vuurwapenbezit met eerdere veroordeling en in proeftijd

In deze Arubaanse strafzaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg op 12 april 2024 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplegen van vuurwapenbezit. De verdachte, die eerder onherroepelijk was veroordeeld voor een soortgelijk feit, kreeg een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden opgelegd. Het Gerecht hield rekening met het feit dat de verdachte het bewezenverklaarde feit heeft gepleegd tijdens de proeftijd van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling. De zaak kwam ter terechtzitting op 22 maart 2024, waar de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. D.G. Croes, aanwezig waren. De officier van justitie, mr. Z.J.E. Paesch, heeft de vordering tot veroordeling ingediend. De tenlastelegging betrof het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie in de periode van 13 augustus tot en met 16 september 2023. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het bevoegd was om de zaak te behandelen. De bewijsmiddelen, waaronder videobeelden en WhatsApp-berichten, wezen op de nauwe samenwerking tussen de verdachte en een medeverdachte. Het Gerecht oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het vuurwapen en dat hij beschikkingsmacht had over het wapen. De verdachte werd schuldig bevonden aan het medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie, wat strafbaar is gesteld in de Vuurwapenverordening. De opgelegde straf is in lijn met de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer: P-2023/02414
Zaaknummer: 651 van 2023
Uitspraak: 12 april 2024 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[Verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats],
wonende in [verblijfplaats], [woonplaats].
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 22 maart 2024. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. D.G. Croes, advocaat in Aruba.
De officier van justitie, mr. Z.J.E. Paesch, heeft ter terechtzitting gerekwireerd en haar op schrift gestelde vordering overgelegd.
De raadsvrouw en de verdachte hebben het woord tot verdediging gevoerd.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
dat hij op of omstreeks de periode van 13 augustus tot en met 16 september 2023 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een pistool (van het merk Fabrique National D’Armes De Guerre Herstal-Belgique, model Hi Power BHP, kaliber 9 mm Luger) en/of een of meer scherpe patro(o)n(en) (van het kaliber 9mm Luger), in elk geval een vuurwapen en/of munitie als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Beslissingen inzake het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit. De officier van justitie heeft daarbij gewezen op het proces-verbaal van aanhouding, de verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte] inhoudende i) dat hij het vuurwapen op verzoek van de verdachte heeft bewaard, ii) dat hij een soldaat is van de verdachte en iii) dat er DNA-sporen van de verdachte op het vuurwapen zullen worden aangetroffen omdat verdachte degene is die de patroonhouder uit het vuurwapen haalt, alsmede het proces-verbaal van bevinding waarin de videobeelden van 13 augustus en 10 september 2023 en het Whatsappgesprek van 13 augustus 2023 tussen de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] worden beschreven. In het Whatsapp-gesprek wordt gesproken over “strep”, waarmee volgens straattaal een vuurwapen wordt bedoeld. Verder heeft de officier van justitie betoogd, dat gelet op het feit dat de medeverdachte [medeverdachte] zich in ieder geval twee keer zo comfortabel voelde om het vuurwapen in de auto van en in aanwezigheid van de verdachte tevoorschijn te halen, niet anders kan worden geconcludeerd dan dat de verdachte in meer of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van het vuurwapen in de auto en dat hij beschikkingsmacht had over dat vuurwapen. Aldus de officier van justitie.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Daartoe heeft zij aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat de verdachte wist dat er op 16 september 2023 een vuurwapen in zijn auto lag, noch dat hij wist dat [medeverdachte] twee keer eerder met een vuurwapen in zijn auto zat. Er is dus geen sprake van bewustheid bij verdachte over de aanwezigheid van het wapen, noch had hij daarover beschikkingsmacht. Dat de term “strep” straattaal is voor vuurwapen wordt betwist, want die term kan verschillende betekenissen hebben. Aldus de verdediging.
De beoordeling van het Gerecht
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen [1] wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 16 september 2023 wordt tijdens een controle [2] in de auto, van het merk Nissan model Teana, gekentekend [autokenteken], bestuurd door de verdachte, een echt, deugdelijk en niet geladen vuurwapen met een paars handvat, van het merk Fabrique National D’Armes De Guerre Herstal-Belgique, model Hi Power BHP van het kaliber 9 mm Luger [3] in het vakje aan de achterzijde van de zitplaats van de mede-inzittende aangetroffen, alsmede een patroonhouder met daarin 12 patronen van het merk 9 mm Luger. In de auto is ook aanwezig als mede-inzittende [medeverdachte], de medeverdachte in deze.
Bij controle in de mobiele telefoon van de medeverdachte [medeverdachte] [4] , worden videobeelden aangetroffen, die zijn opgenomen op 13 augustus 2023 en op 10 september 2023.
Op het videobestand van 13 augustus 2023 is te zien dat de medeverdachte [medeverdachte] zichzelf opneemt, vervolgens de camera draait en een vuistvuurwapen op zijn schoot filmt. Het vuurwapen heeft een paars handvat. [Medeverdachte] zit in een voertuig, dat in beweging is en wordt bestuurd door de verdachte.
Op het videobestand van 10 september 2023 is te zien dat de medeverdachte [medeverdachte] een video van zichzelf opneemt, vervolgens de camera draait en een vuistvuurwapen in zijn hand, op zijn schoot filmt. Dit vuistvuurwapen heeft een paars handvat. [Medeverdachte] zit in een voertuig, dat in beweging is en wordt bestuurd door de verdachte.
Verder zijn in de mobiele telefoon van de medeverdachte Whatsapp gesprekken aangetroffen tussen hem en het telefoonnummer [telefoonnummer] met de naam “Gunzzz”. Uit onderzoek is gebleken dat het gesprekken betreft tussen [medeverdachte] en de verdachte.
Op 1 augustus 2023 stuurt de verdachte het volgende bericht naar [medeverdachte]:
“chek rond wak unda nos por hanja bala di punto 40”.
Op 13 augustus 2023 stuurt de verdachte het volgende bericht naar [medeverdachte]:
“bin ke strep mi rmn”.
De medeverdachte [medeverdachte] heeft bij zijn eerste verhoor [5] bij de politie, verklaard dat hij een vriend is van de verdachte, die hij [verdachte] noemt, en dat hij meermalen een vuurwapen voor [verdachte] bij zijn woning heeft verscholen omdat hij een soldaat is van [verdachte]. Bij zijn derde verhoor [6] bij de politie heeft de medeverdachte [medeverdachte] verklaard, dat [verdachte] degene is die de patroonhouder uit het vuurwapen haalt.
Bewijsoverweging
Het Gerecht stelt voorop dat voor een veroordeling wegens het voorhanden hebben van een wapen en munitie in de zin van artikel 3 van de Vuurwapenverordening volgens vaste jurisprudentie is vereist dat bij de verdachte sprake is geweest van een meerdere of mindere mate van bewustheid omtrent de aanwezigheid daarvan. Daarnaast vergt het aanwezig hebben van een wapen of munitie dat de verdachte feitelijke macht over het wapen of de munitie kan uitoefenen in de zin dat hij daarover kan beschikken. Voor het bewijs van dergelijke bewustheid geldt dat daarvan ook sprake kan zijn in een geval dat het niet anders kan dan dat de verdachte zulke bewustheid heeft gehad.
Voor een veroordeling wegens het medeplegen van het voorhanden hebben van een wapen of munitie, is vereist dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en een of meer anderen, die was gericht op het voorhanden hebben van een wapen of munitie. Ook dan is vereist dat de verdachte zich bewust was van de (waarschijnlijke) aanwezigheid van het wapen en de munitie. Daarnaast moet vaststaan dat de verdachte tezamen met de mededader(s) feitelijke macht over het wapen of de munitie heeft kunnen uitoefenen in de hiervoor weergegeven zin (vgl. HR 21 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1938).
Naar het oordeel van het Gerecht kan uit de gebezigde bewijsmiddelen worden vastgesteld dat de verdachte samen met de medeverdachte [medeverdachte] in ieder geval op 13 augustus 2023, 10 september 2023 en 16 september 2023 een vuurwapen en patronen voorhanden heeft gehad. Uit de gebezigde bewijsmiddelen volgt immers, dat de medeverdachte [medeverdachte] meermalen het vuurwapen in handen heeft terwijl hij in de auto van verdachte zit, en de verdachte de auto bestuurt. Verder volgt uit de chatberichten in samenhang met de door de medeverdachte [medeverdachte] afgelegde verklaring bij de politie, dat [medeverdachte] zichzelf een soldaat van de verdachte noemt en (daarom) opdrachten van de verdachte, zoals het meenemen van een ‘strep’, (straattaal voor een vuurwapen), opvolgt, dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen hen.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte ten laste is gelegd, met dien verstande:
dat hij
op ofomstreeks de periode van 13 augustus tot en met 16 september 2023 in Aruba, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen, een pistool (van het merk Fabrique National D’Armes De Guerre Herstal-Belgique, model Hi Power BHP, kaliber 9 mm Luger) en
/of een of meerscherpe patro
(o)n
(en
)(van het kaliber 9mm Luger), in elk geval een vuurwapen en
/ofmunitie als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Medeplegen van overtreding van een verbod gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van die Landsverordening juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba,
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Standpunt van de officier
De officier van justitie heeft gevorderd dat het Gerecht de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig (24) maanden, met aftrek van de periode die de verdachte in voorarrest heeft gezeten.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft strafmaatverweer gevoerd, en daartoe betoogd dat rekening dient te worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De beoordeling van het Gerecht
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van vuurwapenbezit. De verdachte heeft gedurende ruim een maand samen met de medeverdachte een vuurwapen en patronen voorhanden gehad. Vuurwapens leveren in de maatschappij een onaanvaardbaar risico op, omdat het bezit van een vuurwapen -met name onder omstandigheden als waarin de verdachte het wapen in bezit had- maar al te gemakkelijk leidt tot het gebruik ervan. Het afvuren van een vuurwapen heeft meestal ernstig lichamelijk letsel of de dood tot gevolg. Alleen al het tonen van een vuurwapen leidt tot grote angst van degenen die ermee geconfronteerd worden. Daarom zijn vuurwapens bij uitstek geschikt om overvallen te plegen of diefstallen met geweld en worden zij in het criminele circuit regelmatig gebruikt voor het plegen van dat soort feiten. Het bezit van dit wapen is dan ook onaanvaardbaar en dient bestraft te worden.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
De verdachte is, zo blijkt uit zijn uittreksel uit het justitieel documentatieregister, eerder onherroepelijk veroordeeld voor een soortgelijk misdrijf. De verdachte heeft het bewezen verklaarde bovendien gepleegd in de proeftijd van zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling. De eerdere veroordeling noch de voorwaardelijke invrijheidsstelling heeft verdachte ervan weerhouden om opnieuw een strafbaar feit te plegen.
Het Gerecht heeft voorts acht geslagen op de door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie geformuleerde oriëntatiepunten voor straftoemeting, waar op vuurwapenbezit in een auto bij recidive een gevangenisstraf staat van tussen achttien en eenentwintig maanden.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een gevangenisstraf passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Standpunt van de officier
De officier van justitie heeft de teruggave van de onder de verdachte in beslag genomen zwartkleurige mobiele telefoon van het merk Apple IPhone 12 Pro Max aan de verdachte, gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich niet verzet tegen deze vordering.
De beoordeling van het Gerecht
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen zwartkleurige mobiele telefoon van het merk Apple IPhone 12 Pro Max. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.
Voorlopige hechtenis
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd jegens verdachte een bevel tot gevangenneming te verlenen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen over de vordering tot gevangenneming, gelet op de bepleite vrijspraak.
De beoordeling van het Gerecht
Het nieuwe Wetboek van Strafvordering is op 1 april 2024 in werking getreden. Op grond van artikel LXVI lid 4 van het Invoeringsverordening Wetboek van Strafvordering geldt het nieuwe Wetboek van Strafvordering indien het bevel tot gevangenneming nog niet is bevolen.
Ingevolge artikel 97 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering, kan de rechter op vordering van de officier van justitie, na de aanvang van het onderzoek op de terechtzitting de gevangenneming van de verdachte bevelen. Ingevolge artikel 101, eerste lid en onder b, in samenhang met het tweede lid aanhef en onder d, van het nieuwe Wetboek van Strafvordering kan voornoemd bevel worden gegeven indien uit de feiten of omstandigheden blijkt van ernstige bezwaren tegen de verdachte en voorts indien er sprake is van verdenking van een misdrijf uit de Vuurwapenwetgeving, begaan op een voor het publiek toegankelijke plaats.
In dit geval wordt de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens een misdrijf uit de Vuurwapenverordening. Zowel de ernstige bezwaren, zoals vervat in de gebezigde bewijsmiddelen, als voormelde grond zijn aanwezig.
Het Gerecht zal gelet op het bovenstaande de gevangenneming van de verdachte met onmiddellijke ingang bevelen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62, 1:117, 1:123 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
achttien [18] maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave van de zwartkleurige mobiele telefoon van het merk Apple IPhone 12 Pro Max;
beveelt de gevangenneming van verdachte per ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. N.K. Engelbrecht, bijgestaan door mr. S.M. Eman, (zittingsgriffier), en op 12 april 2024 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
De zittingsgriffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
uitspraakgriffier:
Inhoudsindicatie:
Arubaanse strafzaak.
Het Gerecht legt voor medeplegen vuurwapenbezit aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op van 18 maanden. Het Gerecht houdt rekening met het feit dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor een soortgelijk feit en dat de verdachte het bewezenverklaarde bovendien in de proeftijd van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling heeft gepleegd.

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Aruba d.d. 7 december 2023, geregistreerd onder nummer A-50/23 en de onderzoeknaam “Tres”.
2.Bijlage AMB-01, een proces-verbaal van aanhouding van 16 september 2023
3.Bijlage AMB-04, een proces-verbaal van inbeslagname en onderzoek op deugdelijkheid vuurwapen, van 20 september 2023
4.Bijlage AMB-12, een proces-verbaal van bevinding onderzoek Samsung Galaxy S 22 Plus van 5 oktober 2023
5.Bijlage V-05, een proces-verbaal van 1ste verhoor verdachte [medeverdachte], van 16 september 2023
6.Bijlage V-07, een proces-verbaal van 2de verhoor verdachte [medeverdachte], van 5 oktober 2023