ECLI:NL:OGEAA:2024:221

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 juli 2024
Publicatiedatum
16 oktober 2024
Zaaknummer
P-2023/03133
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting door masseur tijdens massagebehandeling van toeriste

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 5 juli 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werkzaam was als masseur. De verdachte is beschuldigd van verkrachting van een cliënt, een toeriste, tijdens een massagebehandeling. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag door de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer te schenden. De feiten zijn als volgt: op 28 december 2023 heeft de verdachte, tijdens een massage, de aangeefster gedwongen tot seksuele handelingen, waarbij hij zijn vinger en penis in haar vagina heeft gebracht. De aangeefster heeft verklaard dat zij deze handelingen niet had verwacht en dat zij zich in een kwetsbare positie bevond. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte heeft ontkend dat er sprake was van verkrachting en heeft aangevoerd dat de handelingen met wederzijdse toestemming plaatsvonden. Het Gerecht heeft echter geoordeeld dat de verklaring van de aangeefster consistent en geloofwaardig was, en dat er voldoende steunbewijs was voor haar verklaring. De verdachte is uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren, met als bijkomende straf de ontzetting uit het recht tot het uitoefenen van het beroep van masseur voor de duur van vier jaren. Het Gerecht heeft de ernst van de feiten en de gevolgen voor het slachtoffer zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

Parketnummer: P-2023/03133
Zaaknummer: 211 van 2024
Uitspraak: 5 juli 2024 Tegenspraak
Vonnis van dit Gerecht
in de strafzaak tegen de verdachte:
[Verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1989 in [geboorteplaats],
wonende in Aruba,
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Aruba.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 14 juni 2024. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. C.S. Edwards, advocaat in Aruba.
De officier van justitie, mr. E. Stevens, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) jaren, met aftrek van voorarrest, met als bijkomende straf de ontzetting uit het recht tot het uitoefenen van het beroep van masseur voor de duur van 4 jaren.
De raadsvrouw heeft, conform de door haar overgelegde pleitnotities, bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd:
dat hij op of omstreeks 28 december 2023 in Aruba door geweld of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [betrokkene] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [betrokkene], hebbende hij, verdachte,
- zijn vinger in de vagina van die [betrokkene] gebracht en/of geduwd en/of gehouden en/of
- zijn penis in de vagina van die [betrokkene] gebracht en/of geduwd en/of gehouden welk geweld of die andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of die andere feitelijkheid hierin heeft/hebben bestaan dat hij, verdachte
- aan de non-verbale protesten van die [betrokkene] voorbij is gegaan en/of
- onverhoeds het (ontblote) lichaam van die [betrokkene] met zijn vinger en/of penis heeft gepenetreerd.

3.Formele voorvragen

Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Bewezenverklaring

Het Gerecht acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, met dien verstande:
dat hij op
of omstreeks28 december 2023 in Aruba door
geweld of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld ofeen andere feitelijkheid D.
A.E.[betrokkene] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die
(mede)bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [betrokkene], hebbende hij, verdachte,
- zijn vinger in de vagina van die [betrokkene] gebracht en
/ofgeduwd en
/ofgehouden en
/of
- zijn penis in de vagina van die [betrokkene] gebracht en
/ofgeduwd en
/ofgehouden welk
egeweld of die andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of dieandere feitelijkheid hierin heeft
/hebbenbestaan dat hij, verdachte
- aan de non-verbale protesten van die [betrokkene] voorbij is gegaan en
/of
- onverhoeds het
(ontblote
)lichaam van die [betrokkene] met zijn vinger en
/ofpenis heeft gepenetreerd.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

Indien tegen dit verkorte vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door het Gerecht gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling zal vervolgens aan het vonnis worden gehecht.

6.Bewijsoverwegingen

De verdediging heeft vrijspraak van de tenlastelegging bepleit en daarbij - samengevat - het volgende aangevoerd. De verdachte heeft inderdaad de tenlastegelegde seksuele handelingen verricht, maar het was met wederzijdse toestemming. Het dossier bevat geen steunbewijs voor de verklaring van de aangeefster dat het niet met haar toestemming zou hebben plaatsgevonden. De gedragingen/activiteiten van de aangeefster na de massage (shoppen, dineren en uitgaan met haar echtgenoot) zijn niet karakteristiek voor iemand die inderdaad zou zijn verkracht.
Het Gerecht overweegt als volgt.
In de verklaring van de aangeefster komt fysiek geweld of de bedreiging daarmee niet voor, zodat het Gerecht de verdachte in zoverre zal vrijspreken.
Het Gerecht dient de vraag te beantwoorden of de verdachte de aangeefster door middel van een “andere feitelijkheid” heeft gedwongen tot het ondergaan van seksueel contact in de bewezenverklaarde variant.
De aangeefster is in de Spa van haar hotel voor een massagebehandeling bij de verdachte geweest. Tijdens de massagebehandeling zou zij, aldus haar verklaring, door de verdachte zijn verkracht.
Vast staat dat bij de massagebehandeling uitsluitend de aangeefster en de verdachte aanwezig waren. Het Gerecht ziet zich dan ook voor de vraag gesteld of het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om tot een bewezenverklaring van het strafbare feit te komen. Gelet op de ontkenning van de verdachte (inhoudende dat de seksuele handelingen met wederzijdse instemming heeft plaatsgevonden), dient er volgens vaste jurisprudentie sprake te zijn van steunbewijs voor de verklaring van de aangeefster. Dit steunbewijs moet afkomstig zijn uit een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd. Het is niet vereist dat voor de aangifte op het punt van de “kern” van het tenlastegelegde - hier de specifieke ontuchtige handelingen - steun is te vinden in het overige bewijsmateriaal. Het op bepaalde punten bevestigd zien van de verklaring van het slachtoffer in andere bewijsmiddelen kan volgens de Hoge Raad eveneens voldoende zijn, mits afkomstig van een andere bron en er geen te ver verwijderd verband bestaat tussen de getuigenverklaring en het overige gebezigde bewijsmateriaal. Als voorbeeld kan dienen een eigen waarneming van een getuige van de gemoedstoestand van het slachtoffer kort na het incident.
De betrouwbaarheid van de aangeefster
De aangeefster heeft consistent verklaard en, gezien de specifieke details die door haar is verklaard, op authentieke wijze invulling gegeven aan hetgeen zij met de verdachte heeft ervaren. Deze verklaring acht het Gerecht dan ook betrouwbaar en geloofwaardig.
Het Gerecht ziet in de overige door de verdediging aangevoerde omstandigheden, te weten dat de aangeefster heel kalm uit de massagekamer kwam en daarna is gaan shoppen en met haar echtgenoot is gaan dineren en drinken, geen reden om te twijfelen aan de geloofwaardigheid van de aangeefster.
Voor de aangeefster (zijnde een toerist) geldt bovendien dat op geen enkele wijze is gebleken van een motief of aanleiding om jegens de verdachte een valse verklaring af te leggen. De verdachte heeft geen reden kunnen geven, waarom de aangeefster erop uit zou zijn hem onterecht te beschuldigen.
Ten aanzien van het steunbewijs
Naar het oordeel van het Gerecht vindt de verklaring van aangeefster steun in de verklaring van haar echtgenoot [echtgenoot van aangeefster]. [Echtgenoot van aangeefster] heeft zelf de emoties van de aangeefster waargenomen en deze waarneming gedaan redelijk kort nadat de seksuele handelingen volgens aangeefster hadden plaatsgevonden. [Echtgenoot van aangeefster] heeft het volgende verklaard. Toen de aangeefster na de massagebehandeling in de hotelkamer terugkwam zei zij tegen hem dat zij zich niet goed voelde en een douche moest nemen. Ze was niet in haar normale doen (“she was not herself”). Ik bleef haar vragen wat er aan de hand is. Ze zei: ”It wasn’t a good massage. I don’t feel good. I don’t feel right.” Toen zij uit de douche kwam was zij aan het huilen. Ze zei dat de masseur iets met haar had gedaan. Ik vroeg of “he assaulted her”. Ze zei ja. Ik vroeg of hij seks met haar heeft gehad. Ze zei ja. Ik vroeg wat er is gebeurd. Zij was aan het huilen. Zie vertelde dat zij in het begin een normale massage kreeg en op een gegeven moment moest omdraaien. Hij ging toen verder met de massagebehandeling. De masseur heeft toen zijn vinger in haar gebracht en “she froze”. Ze wist niet wat zij moest doen (“She panicked”). Zij heeft tegen niemand iets verteld (“She just froze”). Hij bleef een tijdje met zijn vinger in haar vagina, deed zijn broek uit en deed haar penis in haar vagina. Toen hij klaar was heeft hij haar gekust en zei “shhh be quiet” en begon een normaal gesprek met haar (“like it was een normal end massage”). Zij wilde gewoon weg gaan.
Uit zijn verklaring volgt dat de aangeefster consistent heeft verklaard omtrent hetgeen in essentie was gebeurd, namelijk dat de verdachte haar bij het masseren met zijn vinger en penis vaginaal heeft verkracht.
Op één van de camerabeelden van het hotel is te zien dat de politie bij het hotel alwaar de aangeefster verbleef kwam en dat het slachtoffer aan het huilen was.
Deze waargenomen emotionele gesteldheid van de aangeefster redelijk kort na de seksuele handelingen met de verdachte bieden steun aan de verklaring van de aangeefster dat zij de seksuele handelingen niet vrijwillig heeft ondergaan.
Is er sprake geweest van dwang?
De aangeefster kwam naakt in zijn behandelruimte op de massagetafel te liggen. Haar intieme delen waren bedekt met een handdoek. De aangeefster was daarmee in een kwetsbare en afhankelijke positie. Zij lag eerst op haar buik. Toen de aangeefster op haar rug ging liggen werden haar ogen bedekt en heeft de verdachte tijdens de massage zijn vinger(s) geleidelijke en onverhoeds verplaatst naar en in haar vagina en haar vagina daarna met zijn penis gepenetreerd. De aangeefster heeft verklaard dat zij deze handelingen van de verdachte niet heeft verwacht, omdat zij geen seksuele intenties had. De door de verdachte gecreëerde setting en het onverhoeds brengen van zijn vinger(s) en penis in haar vagina hebben de aangeefster in de situatie gebracht dat zij hiertegen geen weerstand kon bieden. Hierdoor heeft zij tegen haar wil de seksuele handelingen van de verdachte moeten dulden. Daarbij neemt het Gerecht voorts in aanmerking dat van “dwang” - in de zin van het in artikel 2: 197 van het Wetboek van Strafrecht bedoelde dwingen - sprake kan zijn als de betrokkene zich door het onverhoedse van het handelen van de verdachte daartegen niet heeft kunnen verzetten (zie ECLI:NL:HR:2021:842). Gelet hierop leidt de omstandigheid dat de aangeefster op het moment dat deze onverhoedse handelingen plaatsvonden niet kenbaar maakte dat zij die door de verdachte gepleegde handelingen niet wilde niet tot een andere uitkomst. De verdachte had dit niet alleen kunnen, maar ook moeten weten. Bij een massage heeft als uitgangspunt te gelden dat zonder ondubbelzinnige contra-indicaties geen seksuele handelingen worden verricht.
De slotsom is, dat op basis van de bewijsmiddelen en hetgeen hiervoor daaromtrent is overwogen, in onderlinge samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting van de aangeefster.

7.Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Verkrachting,
strafbaar gesteld bij artikel 2:197 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.

8.Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.

9.Oplegging van straf

Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Met betrekking tot de ernst van het bewezen verklaarde wordt het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte, werkzaam als masseur, heeft zich tijdens een massagebehandeling schuldig gemaakt aan verkrachting van een cliënt, die zich als toerist hier te lande bevond. De verdachte heeft door zijn onverhoeds en grensoverschrijdend handelen het in hem gestelde vertrouwen als masseur ernstig beschaamd en heeft geen oog gehad voor de gevolgen die zijn gedrag zou kunnen hebben voor het slachtoffer. De verdachte heeft daarbij inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer.
Met zijn handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de aangeefster. Hij heeft misbruik gemaakt van de kwetsbare situatie waarin de aangeefster verkeerd en heeft het vertrouwen dat zij in hem had als behandelaar beschaamd.
De verdachte heeft geen rekening gehouden met de belangen, de gevoelens en het welzijn van de aangeefster en heeft vooral gehandeld ter bevrediging van zijn eigen (lust)gevoelens. Het is algemeen bekend dat slachtoffers van seksuele delicten, zeker in het geval van verkrachting, daarvan blijvend dan wel langdurig de nadelige lichamelijk en psychische gevolgen kunnen ondervinden .
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezen verklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
De verdachte is, zo blijkt uit zijn uittreksel uit het justitieel documentatieregister, niet eerder veroordeeld voor strafbare feiten.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat na te noemen gevangenisstraf passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
De verdachte heeft het bewezen verklaarde feit begaan in de uitoefening van zijn beroep. Om het gevaar in te perken dat hij zich in de toekomst opnieuw schuldig zal maken aan het plegen van soortgelijke feiten, zal het Gerecht tevens een bijkomende straf, te weten een beroepsverbod, aan de verdachte opleggen tot het uitoefenen van het beroep als masseur.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:62, 1:64, 1:65 en 1:66 van het Wetboek van Strafrecht van Aruba.
BESLISSING
Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
- de hoofdstraf:
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
drie (3) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
- de bijkomende straf:
ontzetde verdachte uit het recht tot het uitoefenen van het
beroep van masseurvoor de duur van
vijf (5) jaren.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. E.M.D. Angela, bijgestaan door mw. M.E. Kelly, (zittingsgriffier), en op 5 juli 2024 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Aruba.
uitspraakgriffier:
Datum uitspraak: 5 juli 2024
Zaaknummer: P-2023/03133
Inhoudsindicatie: verdachte, werkzaam als masseur, heeft zich tijdens een massagebehandeling schuldig gemaakt aan verkrachting van een cliënt, die zich als toerist hier te lande bevond. De verdachte heeft door zijn onverhoeds en grensoverschrijdend handelen het in hem gestelde vertrouwen als masseur ernstig beschaamd en heeft geen oog gehad voor de gevolgen die zijn gedrag zou kunnen hebben voor het slachtoffer. De verdachte heeft daarbij inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer.
Formele relaties (optioneel):
Rechtsgebieden: strafrecht
Rechter: E.M.D. Angela
Bijzondere kenmerken: