ECLI:NL:OGEAA:2025:183

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 juni 2025
Publicatiedatum
27 juni 2025
Zaaknummer
AUA202302913, AUA202303025 en AUA202302911
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing handhavingsverzoek met betrekking tot bouwvergunningen voor hotelcomplex in Sero Colorado

Op 4 juni 2025 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak waarin appellanten, omwonenden van een hotelcomplex dat door Three Rivers wordt gerealiseerd, een handhavingsverzoek hadden ingediend. De appellanten stelden dat er in afwijking van de verleende bouwvergunningen was gebouwd en vroegen verweerder, de Minister van Algemene Zaken, om handhavend op te treden. Na het indienen van drie handhavingsverzoeken op 18 november 2022 en het maken van bezwaar tegen het uitblijven van beslissingen, verklaarde de verweerder de bezwaren op 7 juni 2023 ongegrond. Hiertegen hebben de appellanten beroep ingesteld, geregistreerd onder de zaaknummers AUA202302911, AUA202302913 en AUA202303025.

Tijdens de zitting op 7 februari 2024 en de vervolgzitting op 28 februari 2024 hebben de partijen hun standpunten toegelicht. De appellanten voerden aan dat Three Rivers in strijd met de bouwvergunningen had gebouwd, terwijl de verweerder en de derde-belanghebbende, Three Rivers, stelden dat de bouw conform de vergunningen was uitgevoerd. Het gerecht heeft vastgesteld dat de bouwvergunningen formele rechtskracht hebben en dat de eisen die aan de vergunningen zijn gesteld reeds zijn getoetst in eerdere procedures. Het gerecht concludeerde dat er geen overtredingen waren die handhaving rechtvaardigden, en verklaarde het beroep ongegrond.

Uitspraak

Uitspraak van 4 juni 2025
Lar nr. AUA202302913, AUA202303025 en AUA202302911

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[Appellant 1],
[Appellant 2],
[Appellant 3],
[Appellant 4],
[Appellant 5],
[Appellant 6],
[Appellant 7],
[Appellant 8],
[Appellant 9],
[Appellant 10,
[Appellant 11],
allen wonend in Aruba,
APPELLANTEN,
gemachtigde: de advocaat mr. M.B. Boyce,
gericht tegen:
DE MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN, INNOVATIE, OVERHEIDSORGANISATIE, INFRASTRUCTUUR EN RUIMTELIJKE ORDENING,
zetelend in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. V.M. Emerencia (DWJZ).
met als DERDE-BELANGHEBBENDE:
THREE RIVERS REAL ESTATE VBA,
gevestigd in Aruba,
hierna: vergunninghoudster,
gemachtigden: de advocaten mrs. M.R.M. Reinkemeyer en A.A. Ruiz.

PROCESVERLOOP

Op 18 november 2022 hebben appellanten drie handhavingsverzoeken met betrekking tot de bouwvergunningen nummers [bouwvergunning nummer 1], [bouwvergunning nummer 2] en [bouwvergunning nummer 3] bij verweerder ingediend.
Tegen het uitblijven van beslissingen op voormelde verzoeken, hebben appellanten op 7 maart 2023 in drievoud bezwaar gemaakt.
Bij beschikking van 7 juni 2023 heeft verweerder de bezwaren ongegrond verklaard.
Hiertegen hebben appellanten onderhavige beroepschriften, geregistreerd onder zaaknummers AUA202302911, AUA202302913 en AUA202303025 op 13 juli 2023 ingediend. Deze beroepschriften zijn gevoegd en worden hierna aangeduid met: het beroep.
De derde-belanghebbende heeft op 30 januari en 20 februari 2024 stukken ingediend.
Appellanten en verweerder hebben ieder voor zich op 31 januari 2024 stukken ingediend.
Het gerecht heeft het beroep ter zitting behandeld op 7 februari 2024. Appellanten zijn verschenen bij hun voornoemde gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn voornoemde gemachtigde. De derde-belanghebbende is verschenen bij zijn voornoemde gemachtigden. Ter zitting waren tevens aanwezig de directeur van de DOW, de heer ing. [directeur van DOW], en de architect [architect].
Appellanten hebben ter zitting hun standpunten nader uiteengezet aan de hand van de door hun gemachtigde voorgedragen en overgelegde aantekeningen (pleitnotities).
De behandeling is voortgezet op 28 februari 2024, waar appellanten zijn verschenen bij hun voornoemde gemachtigde, verweerder zich heeft laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde voornoemd, en de derde-belanghebbende is verschenen bij zijn gemachtigde voornoemd, mr. M.R.M. Reinkemeyer.
Verweerder en de derde-belanghebbende hebben ter zitting hun standpunten nader uiteengezet aan de hand van de door hun gemachtigden voorgedragen en overgelegde aantekeningen (pleitnotities).
Partijen hebben nadien nog over en weer op elkaars standpunten gereageerd.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1.1
Appellanten zijn omwonenden van het door Three Rivers te realiseren hotelcomplex. Zij voeren verschillende procedures tegen dit project, zowel tegen de bouwvergunning(en), als tegen de (fictieve) weigering van verweerder om handhavend op te treden.
1.2
De onderhavige zaak gaat over handhaving. Volgens appellanten is door Three Rivers gebouwd in afwijking van de verleende bouwvergunningen, hetgeen niet is toegestaan. Appellanten hebben verweerder op 18 november 2022 gevraagd tegen die bouw handhavend op te treden. Na bezwaar te hebben gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing op de handhavingsverzoeken heeft verweerder bij beslissing van 7 juni 2023 die verzoeken afgewezen, omdat – kortweg – niet is gebleken dat in afwijking van de verleende bouwvergunningen is gebouwd. Ook Three Rivers meent dat conform de verleende bouwvergunningen is gebouwd.
1.3
Hoewel in deze zaak niet de rechtmatigheid van de verleende bouwvergunningen ter discussie staat, gaat het gerecht vanwege de door appellanten aangevoerde beroepsgronden hierna eerst kort in op het bouwvergunningstraject.
1.4
Three Rivers wil in Sero Colorado in de omgeving van Baby Beach een hotel met in totaal 900 kamers realiseren. Het hotel zal in twee fases worden gebouwd. De eerste fase is reeds aangevangen en bestaat uit de bouw van 600 'all-inclusive' hotelkamers en centrale hotelfaciliteiten zoals een lobby en een restaurant. Ten behoeve van de eerste-steenlegging op 15 november 2019 heeft Three Rivers op 22 oktober 2019 een eerste bouwvergunning aangevraagd. Deze is verleend op 30 oktober 2019 met kenmerk [bouwvergunning nummer 2]. Op 14 november 2019 heeft Three Rivers de minister verzocht om bouwvergunningen voor fase 1. Bij beschikkingen van 28 mei 2020 zijn de door Three Rivers aangevraagde bouwvergunningen met kenmerken [bouwvergunning nummer 3] en [bouwvergunning nummer 1] verleend. De eerdere bouwvergunning met kenmerk [bouwvergunning nummer 2] is samengevoegd met de bouwvergunning met kenmerk [bouwvergunning nummer 1]. Three Rivers heeft dus twee bouwvergunningen voor het realiseren van fase 1 (hierna gezamenlijk: de bouwvergunning).
Omvang van het geschil
2.1
Gelet op de uitspraken van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 24 mei 2023 (ECLI:NL:OGHACMB:2023:70), van 15 november 2023 (ECLI:NL:OGHACMB:2023:221) en van 4 september 2024 (ECLI:NL:OGHACMB:2024:169) heeft de (gecombineerde) bouwvergunning formele rechtskracht en is deze in rechte onaantastbaar. Dit betekent dat eisen die gesteld worden aan de bouwvergunning reeds getoetst zijn of hadden kunnen worden in bezwaar, beroep en hoger beroep tegen de bouwvergunning. Dit betekent ook dat die eisen niet andermaal aan de orde kunnen komen in deze procedure over handhaving.
2.2
Het gevolg hiervan is dat het standpunt van appellanten dat de constructie waarvoor bouwvergunning is verleend niet de wettelijk verplichte keuringen heeft doorlopen (o.a. van de brandweer), maar ook het standpunt dat de constructie niet door de welstandscommissie is beoordeeld, in deze procedure niet meer inhoudelijk aan de orde kunnen komen. Wat betreft deze twee punten wijst het gerecht overigens op de hetgeen het Gemeenschappelijk Hof hierover heeft overwogen in zijn uitspraak van 4 september 2024 (r.o. 10.5 – brandweer, en r.o. 19.1 tot en met 20.3 – welstand).
2.3
Appellanten hebben verder aangevoerd dat Three Rivers heeft doorgebouwd in de periode dat de bouwvergunning van rechtswege was geschorst wegens artikel 59 van de Bouw- en woningverordening (Bwv). Daarmee is in strijd gehandeld met de wet, aldus appellanten. Het gerecht gaat hieraan voorbij, omdat de schorsing van de bouwvergunning vanwege bezwaar en beroep in ieder geval is geëindigd met de uitspraken van het gerecht, waarbij de beroepen tegen de bouwvergunning ongegrond zijn verklaard. Zoals hiervoor vermeld heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie die uitspraken bevestigd. De gestelde strijd kan daarom thans geen reden (meer) zijn voor vernietiging van de bestreden beschikking van 7 juni 2023. Het betoog slaagt daarom niet.
2.4
Het standpunt van appellanten dat Three Rivers een andere constructie is gaan bouwen dan destijds vergund, terwijl de wijziging van het bouwplan niet kan worden aangemerkt als een wijziging van ondergeschikte aard, volgt het gerecht niet. In de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 4 september 2024 is – uitvoerig gemotiveerd – geoordeeld dat geen sprake is van twee verschillende bouwplannen (zie r.o. 10 tot en met 10.7) en dat de wel aangebrachte wijzigingen ten opzichte van de aanvankelijk ingediende bouwtekeningen door het toevoegen van een viertal trappen in verband met de brandveiligheid een wijziging van ondergeschikte aard betreffen (r.o. 19 en 19.1). Het door appellanten overgelegde rapport over de bouwwerkzaamheden tussen januari 2022 en 3 oktober 2022 van bureau Archiosa geeft geen reden voor een ander oordeel. De stelling van architect Ponson dat is gebouwd in afwijking van de bouwvergunning is namelijk gebaseerd op een vergelijking van foto’s gemaakt op 3 oktober 2022 en een vergelijking met een goedgekeurde situatietekening. De situatietekening is echter niet gelijk aan de tekeningen bij de verleende bouwvergunning. Het betoog faalt.
De standpunten van partijen en het oordeel van het gerecht
3.1
Het standpunt van appellanten dat uit een hoogtemeting van het stalen skelet van het hotel in aanbouw is gebleken dat hoger is gebouwd dan toegestaan op grond van de verleende bouwvergunningen wordt niet gevolgd.
3.2
Het gerecht stelt vast dat partijen ieder voor zich een standpunt hebben ingenomen over de (feitelijke) bouwhoogte en de vraag of in afwijking van de voorschriften bij de verleende bouwvergunningen is gebouwd. Die standpunten worden hieronder weergegeven.
4.1
Appellanten. Volgens appellanten blijkt uit de rapportage van [naam directeur], directeur van Caribbean Surveying & Civil Solutions N.V. van 2 februari 2023 dat uit hoogtemeting van het stalen skelet van het hotel in aanbouw is gebleken dat het 16.09 meter hoog is. Daarbij is uitgegaan van een fundatiehoogte van 1.58 meter, een gemeten hoogte van het stalen skelet van 17.67 meter en een trapdakhoogte van 20.70 meter. Volgens appellanten volgt hieruit dat in afwijking van de verleende bouwvergunningen is gebouwd.
4.2
Verweerder. Volgens het rapport van de controleur van de Dienst Openbare Werken van 13 december 2022 is bij een gehouden controle te Sero Colorado op de percelen M 39/19 en M 41/19 geconstateerd dat de bouwwerkzaamheden die op dat moment verricht worden, conform de drie (3) bouwvergunningen, bouwvergunning nummer [bouwvergunning nummer 4], bouwvergunning nummer [bouwvergunning nummer 1] en bouwvergunning nummer [bouwvergunning nummer 3], zijn. De rooilijn van 5 meter wordt gehanteerd en de bouwglazen zijn ook conform de bouwvergunningen. Verweerder heeft dit standpunt mede ten grondslag gelegd aan de bestreden beschikking.
4.3
Derde-belanghebbende. Three Rivers betoogt dat niet in afwijking van de verleende bouwvergunningen is gebouwd, onder verwijzing naar het rapport d.d. 15 mei 2023 van [consultant bij HJC Engineering N.V], consultant bij HJC Engineering N.V.:
‘Guest Room Buildings:
The top of the actual Structure has a height of 11.24 meter above the slab of the ground level. The building permit [bouwvergunning nummer 3] indicates a top height of 12.20 meter above the ground level.
Public Areas Buildings:
The top of the actual Structure has a height of 16.23 meter above the slab of the ground level. The building permit [bouwvergunning nummer 1] indicates a top height of 16.40 meter above the ground level.’
5. Het gerecht komt op grond van bovenstaande bevindingen tot de conclusie dat indien er al sprake is van een feitelijke overschrijding van de toegestane bouwhoogte, deze van zeer beperkte betekenis is. Verweerder heeft zich gelet op deze bevindingen op het standpunt mogen stellen dat niet is gebleken dat in afwijking van de maximaal toegestane bouwhoogten in de verleende bouwvergunningen is gebouwd. Dat betekent dat zich niet voordoet de op grond van artikel 7, aanhef en onder c, van de Bouw- en woningverordening bedoelde situatie. Zonder overtreding, geen (bevoegdheid tot) handhaving. De conclusie is dat verweerder in dit concrete geval niet bevoegd was om handhavend op te treden. De beslissing om de verzoeken tot handhaving van appellanten af te wijzen is dan ook terecht en op goede gronden genomen.
Conclusie
6. Het bovenstaande leidt tot de slotsom dat het beroep ongegrond is.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 juni 2025 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na dagtekening van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (LAR-zaken).
Het hoger beroepschrift moet worden ingediend bij de griffie van dit Gerecht.
U wordt verzocht bij het indienen van het hoger beroepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hoger beroepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hoger beroepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de dag van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is een griffierecht van Afl. 75 verschuldigd.